AE3 Produceren

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem de 4 productiefactoren?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is produceren?
  • Het combineren van de productiefactoren door bedrijven voor het vervaardigen van goederen en diensten.
  • Het gaat hier om de hele bedrijfskolom. 
  • Uiteindelijk wordt het verkocht aan de consument. 


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedrijfskolom
Hieronder staat een aantal bedrijven uit twee verschillende bedrijfskolommen. Zet ze in de juiste kolom
Bedrijfskolom Chips
Bedrijfskolom Kleding
aardappelboer
katoenimporteur
chipsfabriek
 weverij
supermarkt
textielfabriek
katoenplantage
 spinnerij
 herenmodezaak

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Productiesectoren   

Slide 5 - Diapositive

De ondernemingen waarbij je kunt werken, zijn verdeeld in vier productiesectoren.

De primaire sector: hier horen bedrijven bij die grondstoffen maken zoals boeren, vissers, de houtkap en mijnbedrijven.

De secundaire sector: hier horen bedrijven bij die de grondstoffen van de primaire sector nemen en verwerken tot iets anders. Fabrieken, bouwbedrijven, pottenbakkers en soortgelijke bedrijven.

De tertiaire sector: hierin vind je alle bedrijven die een dienst leveren (en dus niet een goed maken!) en deze met winst proberen te verkopen. Alle winkels horen hierbij, maar ook de bank, de NS, de kapper en klusbedrijven,

De quartaire sector: hier vallen alle bedrijven onder die een dienst leveren en deze niet met winst proberen te verkopen. De diensten die in de quartaire sector worden geleverd zijn grotendeels openbaar. Hieronder vallen de politie, brandweer en het onderwijs.
1. Primaire sector
Bij de primaire sector horen de bedrijven die de grondstoffen en delfstoffen uit de natuur halen. Denk aan de landbouw (de boeren) en de visserij, maar ook aan de mijnbouw.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Secundaire sector
De secundaire sector wordt gevormd door de bedrijven die de grondstoffen van de primaire sector verwerken tot een product, bijvoorbeeld een ijsjesfabriek, metaalindustrie en zuivelfabriek.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Tertiaire sector
De tertiaire sector wordt ook wel de dienstverlenende sector genoemd; 
  • Hier worden de producten die geproduceerd zijn verkocht. 
  • Het gaat dus niet om productie, maar wat je er mee doet. 
  • In deze sector verdienen de meeste Nederlanders hun geld.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Quartaire sector
De quartaire sector houdt zich bezig met niet-commerciële dienstverlening; 
  • Verschil met Tertiaire sector is dat deze bedrijven geld van de overheid krijgen. Overheidsinstellingen dus. 
  • Geen winstoogmerk 
  • Collectief = Al het geld komt van de overheid. 
  • Semi-collectief= Deel van het geld komt van de overheid. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De primaire sector is
A
Landbouw, visserij en mijnbouw
B
Industrie
C
Commerciële dienstverlening
D
Niet-commerciele dienstverlening

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Quartaire sector is
A
Landbouw, visserij en mijnbouw
B
Industrie
C
Commerciële dienstverlening
D
Niet-commerciele dienstverlening

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn beroepen in de tertaire sector?
A
advocaat
B
boer
C
arbeider in de fabriek
D
bankmedewerker

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De secundaire sector is..?
A
Industriesector
B
Dienstensector
C
Landbouwsector
D
Sector voor onderwijs

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort niet thuis in
de quartaire sector?
A
ziekenhuis
B
brandweer
C
school
D
bank

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maakwerk 
 Toepassingsvragen: 9 t/m 12
Verwerkingsvragen: 1 t/m 35

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions