Samenstellingen - koppelteken

Woensdag 16 februari
Pak je leesboek en start met lezen

Korte herhaling vorige les

Uitleg koppelteken

Aan de slag 
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Woensdag 16 februari
Pak je leesboek en start met lezen

Korte herhaling vorige les

Uitleg koppelteken

Aan de slag 

Slide 1 - Diapositive

Herhaling vorige les 
Je leert wanneer je een tussen -e, tussen s, tussen -en en tussen -er moet schrijven. 

Slide 2 - Diapositive

Wat is een samenstelling
A
zwaaien
B
wangen
C
springen
D
kaasschaaf

Slide 3 - Quiz

Wat is geen samenstelling
A
kansrijk
B
hoopvol
C
voltreffer
D
hopelijk

Slide 4 - Quiz

Samenstelling of niet?
weekagenda
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Wat is geen samenstelling?
A
Voetbal
B
Gebak
C
speelplein
D
Handdoek

Slide 6 - Quiz

Wat is een samenstelling?
A
dierentuin
B
waterfles
C
computer
D
schermpjes

Slide 7 - Quiz

Welke is juist?
A
roggebrood
B
roggenbrood

Slide 8 - Quiz

Welke is juist?
A
rodenkool
B
rodekool

Slide 9 - Quiz

Koppelteken 
Hoe schrijf je samenstellingen met een koppelteken?

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag 
Maken les 69 opdracht 1,3,4,5,6,11

Klaar? Lees de woorden 2 keer goed door
Lees de theorie 2 keer goed door
Ga verder met lezen
timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

Welke is juist?
A
radio-interview
B
radiointerview

Slide 16 - Quiz

Welke is juist?
A
nonstopvlucht
B
non-stopvlucht

Slide 17 - Quiz

Welke is juist?
A
naapen
B
na-apen

Slide 18 - Quiz

Welke is juist?
A
tv-programma
B
tvprogramma

Slide 19 - Quiz

Ik weet nu wanneer ik een koppelteken moet gebruiken
Ja
Nee

Slide 20 - Sondage

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
jazz-zanger
B
jazz zanger
C
jazzzanger

Slide 21 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
taken-boek
B
taken boek
C
takenboek

Slide 22 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
autobandventiel-dopje
B
autoband ventieldopje
C
autobandventieldopje

Slide 23 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
auto-alarm
B
autoalarm
C
auto alarm

Slide 24 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
radio-omroep
B
radioomroep
C
radio omroep

Slide 25 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
vanille ijs
B
vanille-ijs
C
vanilleijs

Slide 26 - Quiz

Welke samenstelling is goed gespeld?
A
zonnenbril
B
beukennootje
C
ladenkast
D
roggenbrood

Slide 27 - Quiz

Met of zonder tussen 'n'?
A
kattebak
B
kattenbak

Slide 28 - Quiz

Waarom schrijf je maneschijn zonder tussen -n?
A
Je hebt er maar 1 van
B
Het eerste woord heeft een sterke betekenis
C
Het woord kan op -en en op -s eindigen
D
Het juiste antwoord staat er niet tussen

Slide 29 - Quiz

Waarom schrijf je horlogemaker zonder tussen n?
A
Je hebt er maar 1 van
B
Het eerste woord heeft een sterke betekenis
C
Het woord heeft alleen een meervoud op -s
D
Dit woord heeft twee meervouden

Slide 30 - Quiz