Waterkringloop

Hoe ontstaat neerslag?
Situatie 1 stijgingsregens:
  • Warme lucht is licht en stijgt op.
  • De lucht koelt af.
  • De waterdamp zal vervolgens gaan condenseren.
  • Er ontstaan wolken.
  • Komt voor in het tropisch regenwoud.
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoe ontstaat neerslag?
Situatie 1 stijgingsregens:
  • Warme lucht is licht en stijgt op.
  • De lucht koelt af.
  • De waterdamp zal vervolgens gaan condenseren.
  • Er ontstaan wolken.
  • Komt voor in het tropisch regenwoud.

Slide 1 - Diapositive

Hoe ontstaat neerslag?
Situatie 2 stuwingsregens:
  • Aan de loefzijde (links) wordt de warme lucht omhooggestuwd.
  • De lucht koelt af en brengt regen.
  • Regen die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte noem je stuwingsregen.
  • Aan de andere kant ligt de lijzijde (rechts).
  • Uit de wind, de lucht daalt en wordt warmer.
  • Het gebied achter de berg ligt in de regenschaduw

Slide 2 - Diapositive

Hoe ontstaat neerslag?
Situatie 3 frontale regens:
Passeren koudfront:
  • De zwaardere koude lucht dringt onder de lichtere warme lucht.
  • Het dwingt de warme lucht op te stijgen; stijgende lucht koelt af en brengt regen.
  • Kort + buien

Passeren warmtefront:

  • De warme lucht schuift over de koude lucht.
  • Langduring + (mot)regen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Water, waterdamp en ijs
Water komt voor in drie toestanden:
  1. Vast (sneeuw en ijs)
  2. Vloeibaar (water)
  3. Gasvormig (waterdamp)

Elke dag gaan er grote hoeveelheden water van de ene toestand in de andere.

Slide 5 - Diapositive

Hoe ontstaat neerslag?
  1. water wordt verwarmd
  2. water verdampt
  3. warme lucht met waterdamp stijgt op
  4. warme lucht met waterdamp koelt af
  5. afgekoelde waterdamp vormt stoom/wolken

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

De  waterkringloop
  • Bij de korte kringloop valt de neerslag regelrecht in zee terug.
  • Bij de lange kringloop valt de neerslag op het land en gaat het water via een 'omweg' terug naar zee.

Slide 8 - Diapositive

waterkringloop: de voortdurende verplaatsing van water op aarde

Slide 9 - Diapositive

Wat drijft de waterkringloop aan?
A
De zon
B
De wolken
C
Het water
D
De sneeuw in de bergen

Slide 10 - Quiz

De waterkringloop begint met.......
A
condenseren
B
verdampen
C
infiltratie
D
erosie

Slide 11 - Quiz

welk begrip hoort niet in het rijtje thuis?
A
bevriezen
B
hoogteligging
C
NAP
D
relief

Slide 12 - Quiz

welk begrip hoort niet in het rijtje thuis?
A
condenseren
B
korte kringloop
C
smelten
D
verdampen

Slide 13 - Quiz

welk begrip hoort niet in het rijtje thuis?
A
grondwater
B
infiltratie
C
korte kringloop
D
lange kringloop

Slide 14 - Quiz

Als regenwater door de bodem sijpelt, heet dat...
A
condensatie
B
infiltratie
C
sedimentatie
D
irrigatie

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Hier vindt sedimentatie het meeste plaats
A
Middenloop
B
Benedenloop
C
Bovenloop
D
Achterloop

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Water in rivieren
Drie soorten rivieren:
  1. Regenrivier: water is afkomstig van neerslag
  2. Gletsjerrivier: water is smeltwater uit de bergen
  3. Gemengde rivier: zowel neerslag als smeltwater

Slide 19 - Diapositive