Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Taalverzorging Werkwoordspelling
1 / 34
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13
Cette leçon contient
34 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
4 vidéos
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Dit is een interactieve les.
Je krijgt theorie, maar ook vragen en opdrachten die je op je telefoon moet beantwoorden.
Slide 2 - Diapositive
Wat is de toetsstof
voor volgende week vrijdag en wat is CP-stof?
Sleep de onderdelen naar de juist rondjes.
Proefwerk
CP-stof
Stencil §5 verkleinwoorden
Stencil werkwoorden §10, 11 en 12
Woordenlijst 3 - Themawoorden
Begrijpend lezen (tekst)
Slide 3 - Question de remorquage
Werkwoorden zijn acties die
je kunt doen = verbo/verb
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Vul hier één werkwoord in.
Slide 6 - Question ouverte
Er zijn
sterke
en
zwakke
werkwoorden
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van _____________
Slide 9 - Question ouverte
Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
Lopen
Wandelen
Roken
Drinken
Klagen
Werken
Rennen
Denken
Plassen
Poepen
Slide 10 - Question de remorquage
Wat is de correcte verleden
tijd van 'kijken'?
A
keken
B
kijkten
C
kaken
D
kijken
Slide 11 - Quiz
Klik op de juiste vorm van het werkwoord:
Marc _________
(raden, vt)
de juiste
getallen en won daarmee een prijs.
A
raadde
B
raadt
C
rade
D
raadden
Slide 12 - Quiz
Klik op de juiste vorm van het werkwoord:
De kinderen _________
(vullen, vt)
hun
zakken met de gewonnen knikkers.
A
vullen
B
vulten
C
vulden
D
vullden
Slide 13 - Quiz
Klik op de juiste vorm van het werkwoord:
Maria _________
(halen, vt)
diep adem
en probeerde het nog een keer.
A
haalt
B
haalen
C
haalden
D
haalde
Slide 14 - Quiz
Klik op de juiste vorm van het werkwoord:
Plotseling _________
(beschikken, vt)
jullie
over heel veel geld
.
A
beschokken
B
beschikten
C
beschaken
D
beschikken
Slide 15 - Quiz
Welk werkwoord
zie je op de foto?
Slide 16 - Question ouverte
Op de volgende dia hoor je een liedje.
Dit liedje wordt elke keer onderbroken door een vraag over grammatica.
Luister goed!
Slide 17 - Diapositive
6
Slide 18 - Vidéo
Op de volgende dia bekijk je een filmpje.
Dit filmpje wordt elke keer onderbroken door een vraag over grammatica.
Luister goed!
Slide 19 - Diapositive
00:28
Wat is de juiste spelling (tegenwoordige tijd)
Maar ze
(liggen)
naast me en
ik
(kunnen)
van haar leren
A
licht, kun
B
liggen, kun
C
ligt, kan
D
liggen, kon
Slide 20 - Quiz
00:39
♪ Oh, ___________ de wereld maar als onze relatie! ♪
zijn
was
is
Slide 21 - Question de remorquage
01:10
Van welk hele werkwoord (tt) komt het onderstreepte woord?
Net als vuur en water,
m
aar toch
sta
je naast me, oh-oh
A
stonden
B
staat
C
staan
D
sta
Slide 22 - Quiz
01:41
Wat is de juiste spelling (tegenwoordige tijd).
Zij
(luisteren)
liever Flemming en ik liever Antoon.
A
luisterde
B
luisteer
C
luister
D
luistert
Slide 23 - Quiz
02:32
Wat is de juiste spelling (tegenwoordige tijd).
Toch (liggen) we hier samen,
ja, zo (kunnen) het dus ook.
A
liggen, kan
B
liggen, konden
C
lagen, kon
D
liggen, kunt
Slide 24 - Quiz
02:52
Wat is de verleden tijd (enkelvoud) van:
'Sta'
A
stond
B
staan
C
staat
D
stonden
Slide 25 - Quiz
4
Slide 26 - Vidéo
00:08
'Het was helemaal stil'
'Was' komt van welk hele werkwoord?
A
zijn
B
wezen
C
worden
Slide 27 - Quiz
00:30
'Ze waren tonnetje rond geworden'
'Waren' komt van welk hele werkwoord?
A
worden
B
zijn
C
weren
D
war
Slide 28 - Quiz
00:52
Wat is het hele werkwoorden van het woord:
'moest'
A
moesten
B
moestten
C
moeten
D
moetten
Slide 29 - Quiz
01:41
'Ik wil hier blijven'
'Wil' komt van welk hele werkwoord?
A
wouden
B
wilden
C
willen
D
woelen
Slide 30 - Quiz
Hoe goed kan ik
zwakke werkwoorden
spellen in de verleden tijd?
1
5
Slide 31 - Sondage
Hoe goed kan ik
sterke
werkwoorden
spellen in de verleden tijd?
1
5
Slide 32 - Sondage
Hoe goed kan ik
onregelmatige
werkwoorden
spellen in de verleden tijd?
1
5
Slide 33 - Sondage
Wat vond je van deze les?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 34 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
groep 7 werkwoordcito oefenen
Mars 2023
- Leçon avec
35 diapositives
nederlands
Primary Education
groep 8 werkwoord spelling cito
Octobre 2024
- Leçon avec
44 diapositives
nederlands
Primary Education
Entreeticket - Spelling van het werkwoord
Avril 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
W2 - NE D: Spelling: o.t.t. en o.v.t.
Novembre 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
werkwoorden tegenwoordige tijd
Mars 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
Octobre 2023
- Leçon avec
42 diapositives
Nederlands
Primary Education
Age 7
Herhaling werkwoorden verleden tijd
Novembre 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
Zaterdag 9 maart 2024 VO2 - Engelse werkwoorden + spreekwoorden/uitdrukkingen/gezegden
Mars 2024
- Leçon avec
40 diapositives
Nederlands
Secondary Education