Basisstof 2, chromosomen en genen

Thema 5 Erfelijkheid en evolutie
Basisstof 2: chromosomen en genen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 5 Erfelijkheid en evolutie
Basisstof 2: chromosomen en genen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen:

3 Je kunt beschrijven hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert

4 Je kunt benoemen dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen

Slide 2 - Diapositive

Paren
Ieder mens heeft duizenden erfelijke eigenschappen. De informatie hiervoor is opgeslagen in 46 chromosomen. Van ieder chromosoom heb je er twee.

Twee chromosomen die bestaan uit dezelfde genen noemen we een paar

Slide 3 - Diapositive

Paren


Een mens heeft dus 23 paren -> dus 46 chromosomen. Dit geldt voor alle lichaamscellen. 

Slide 4 - Diapositive

Hoeveel chromosomen heeft een menselijke lichaamscel?
A
46
B
23
C
64
D
32

Slide 5 - Quiz

Hoeveel chromosomenparen heeft een menselijke lichaamscel?

Slide 6 - Question ouverte

Geslachtscellen
Eicellen en zaadcellen zijn geslachtscellen. in de kernen van geslachtscellen komen de chromosomen enkelvoudig voor. Dus NIET in paren. 

Een geslachtscel bevat dus 23 chromosomen (de helft van 46).

Slide 7 - Diapositive

Hoeveel chromosomen heeft een menselijke geslachtscel?

Slide 8 - Question ouverte

Bevruchting
Bij bevruchting versmelten de kern van een eicel en de kern van een zaadcel. 
23 chromosomen van de zaadcel en 23 chromosomen van de eicel komen samen. Er zijn dan dus weer 46 chromosomen en dus 23 chromosomenparen

Slide 9 - Diapositive

Geslacht
Bij het 23e chromosomenpaar staat XX. Dit zijn de  geslachtschromosomen. Bij een vrouw zijn er twee X-chromosomen (XX), bij een man zijn er een X-chromosoom en een Y-chromosoom (XY)

Slide 10 - Diapositive

Geslacht
Het geslachtschromosoom in een eicel is altijd een X. Het geslachtschromosoom in een zaadcel kan een X of een Y zijn. Bij de bevruchting ontstaat er dus óf een XX chromosomenpaar óf een XY chromosomenpaar. 

Slide 11 - Diapositive

Hoe noemen het 23e chromosomenpaar dat het geslacht bepaald?

Slide 12 - Question ouverte

Welke chromosomen bevatten de geslachtschromosomen bij een meisje?

Slide 13 - Question ouverte

Welke chromosomen bevatten de geslachtschromosomen bij een jongen?

Slide 14 - Question ouverte

Aan de slag!
Thema 5.2 Chromosomen en genen

Gebruik de theorie uit je boek.
Maak de opdrachten die bij deze basisstof horen.

Maak ook de test jezelf in de online leeromgeving. 

Slide 15 - Diapositive