Les 4 - futur simple / futur proche

On a besoin de quoi?
un stylo
un cahier
le livre A
un ordinateur
pas de portable!
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

On a besoin de quoi?
un stylo
un cahier
le livre A
un ordinateur
pas de portable!

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aujourd'hui, on va:
  • Parler: les oraux!
  • Toetsbespreking
  • Répéter le futur simple / futur proche
  • Faire des exercices

Slide 2 - Diapositive

Eerste tien minuten:  MO's - ik draai het rad en kies drie leerlingen. Ik beoordeel direct en geef het cijfer.

Ik geef de toetsen terug, bespreek de voornaamste werkpunten (de werkwoorden, bij de meesten, dus dat komt goed uit!). Ik bespreek niet de hele toets.

Est-ce qu'on va...
...écouter la prof? 
...travailler en silence?
... ou travailler ensemble?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

On va...
...écouter la prof! 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Futur simple: Hoe maak je die?
Werkwoorden op -er en -ir:
Je plakt de uitgang achter het hele werkwoord:

Je regarderai
Tu regarderas
Il/Elle/On regardera
Nous regarderons
Vous regarderez
Ils/Elles regarderont
Bij onregelmatige werkwoorden is de futur vaak ook onregelmatig, maar de uitgangen zijn altijd hetzelfde. Alleen de stam verandert:

Être - Je serai
Avoir - Tu auras
Aller - On ira
Faire - Nous ferons
Pouvoir - Vous pourrez
Savoir - Elles sauront
Vouloir - Ils voudront

Slide 5 - Diapositive

Ik herhaal dit zoals jij het helder hebt uitgelegd, dank voor je mooie slide! ;) 

Ik doe nog wat extra voorbeeldjes op het bord en laat de leerlingen het in de volgende vier vragen zelf intypen. Kijken hoe dat gaat (--> korte vorm van formatief toetsen, hoewel niet helemaal volgens het boekje, wel nuttig! Je komt alleen niet helemaal toe aan de laatste stap, waarmee de leerling ook ziet wat hij nog moet verbeteren.) 
Hij zal laten zien

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik zal reizen

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wij zullen nooit vergeten

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn vrienden zullen blijven

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Futur proche: een makkelijk alternatief

Je mag ook de futur proche gebruiken om over de toekomst te praten. Deze werkt hetzelfde als in het Nederlands:

Ik ga zwemmen -> Je vais nager

Dus de formule is:

Onderwerp + correcte vervoeging van aller + hele werkwoord
Daarom is het belangrijk om de vervoegingen van aller uit je hoofd te kennen:

Je vais être
Tu vas savoir
On va manger
Nous allons regarder
Vous allez venir
Ils vont déménager

Slide 10 - Diapositive

Ik behandel dit op dezelfde manier, met nog een paar voorbeelden op het bord. 

Bij beide slides van jou, vraag ik ook regelmatig om vormpjes na te zeggen, aan te vullen, etc. Houd het interactief! 
Maar wanneer gebruik je nou welke: futur simple of futur proche?

Het mag vaak allebei wel! :)

Mais...

...il y a deux différences:

Formel: Je serai disponible pendant les mois de juillet et août...
Informel: Est-ce que tu vas sortir ce soir?

Prédiction/incertain: Selon la météo, il fera beau demain!
Certain: Après le bac, je vais faire des études de médecine.

Slide 11 - Diapositive

Ik leg dit uit voor de volledigheid - ik wil vooral dat ze het weten en het idee snappen. Ik vraag ze één keer om de verschillende contexten te herkennen, maar kom er verder niet meer op terug. 
1. Demain, il fera du vent et il y aura un peu de soleil. 
Morgen waait het en er zal ook wat zon zijn. 

2. Moi? Je vais choisir la biologie comme option, je pense. 
Ik? Ik kies bio als keuzevak, denk ik. 

3. Je vous promets, monsieur, que nous ne nous rendrons jamais! Nous nous battrons jusqu'à la fin! 
Ik beloof u, meneer, dat wij ons nooit zullen overgeven! Wij zullen vechten tot het eind! 


4. Après le bac, mon frère va travailler en Nouvelle-Zélande pour un an. 
Na het eindexamen gaat mijn broer een jaar werken in Nieuw-Zeeland. 
Zekerheid / vast plan
Voorspelling / verwachting
Formeel, ouderwets, schriftelijk
Informeel, gesproken

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

En dan hadden we ook nog...

...le futur du passé (in je boek)

Ik noem hem: le conditionnel

Heel simpel: de "zou"-vorm!

Je zou het wel doen, als je zin had - maar je hebt geen zin, dus je doet het niet!
Je regarderais
Tu regarderais
Il/Elle/On regarderait
Nous regarderions
Vous regarderiez
Ils/Elles regarderaient

Être - Je serais
Avoir - Tu aurais
Aller - On irait
Faire - Nous ferions
Pouvoir - Vous pourriez
Savoir - Elles sauraient
Vouloir - Ils voudraient

Slide 13 - Diapositive

Deze doe ik met minder voorbeelden, ik benoem hem vooral, omdat hij nou eenmaal in de oefeningen in het boek zit en ik wil niet dat ze in de war raken...
Est-ce qu'on va...
...écouter la prof? 
...travailler en silence?
... ou travailler ensemble?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

On va...
... travailler ensemble!

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De er-puzzel
présent:

passé composé:


futur simple:
            persoon (+ hulpwerkwoord) + stam (+ hulpstukje) + uitgang

Je
mang
e
Nous
avons
mang
é
Ils
mang
er
ont
Elle
est
rest
é
e
timer
3:00

Slide 16 - Diapositive

Hier ben ik trots op! ;) 

Ik geef ze per duo een setje kaartjes met daarop een aantal stammen (in het rood), personen (in het geel) en uitgangen (in het groen) en hulpwerkwoorden (in het blauw). Daar kunnen ze zoals op de slide aangegeven werkwoordsvormen mee leggen. 
Ik schrijf een Nederlandse vertaling van een werkwoordsvorm op en dan moeten zij die in 30 seconden leggen. Vonden ze vorig jaar erg leuk, kijken hoe deze lichting erop reageert. 
Ex. 16B-3 - page 69

Slide 17 - Diapositive

Als ik het nog red, een luisteroefening met de futur simple / futur du passé (of conditionnel). 
Als ik het niet red, kan ik hem volgende week dinsdag doen of jij kunt hem vrijdag doen, als je wilt. Het is goed voor hun klank-schriftkoppeling, zelfs al hoeven ze de tijden niet actief te kennen. 

Ik markeer zelf de antwoorden met de "teken"-optie in LessonUp, in de lesgeefmodus.
Altijd erbij vertellen wat de zin betekent.
Merci et à la prochaine! 
Et n'oubliez pas les devoirs pour le 22 novembre:
Leren:
Uitgangen futur simple + onregelmatige futurstammen (FR-NL p. 67-68)
Rijtje van aller (8.5.1 p. 152)




Slide 18 - Diapositive

Ik kan opgave 16 wel als huiswerk opgeven, maar dat gaat de helft toch niet doen of niet goed doen, dus ik laat ze liever in de les werken. 

Je zou hier vrijdag wel iets van terug kunnen vragen! En als ze dan geen idee hebben, kun je ze erop aanspreken.