BO les 3 Bewegingsvormen

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

BO les 3 Bewegingsvormen

Heb jij iets met Valentijnsdag?

Ideeën voor lesweek 8 

Weet je nog?????

Welke rollen heb jij als onderwijsassistent bij bewegingsonderwijs? 

- Observeren: Hoe bewegen en gedragen leerlingen zich?

- Ondersteunen: Hoe bied je hulp bij motorische en sociale uitdagingen?

- Signaleren: Wat valt op, en hoe bespreek je dit?

- Veiligheid waarborgen: Hoe zorg je voor een veilige en positieve gymles?

Hoor je je naam dan doe je een oefening, de klas doet deze na

mijn.eigenwijsnext.nl

Lesdoel: 

Je doet kennis op van de verschillende bewegingsvormen. 

Je gebruikt deze kennis om een les te maken van 1 van deze bewegingsvormen. 

Hoe gaan we ons doel bereiken? 

Instructie en voorbeelden over de 4 bewegingsvormen.

Je maakt in 2 tallen een les rondom 1 bewegingsvorm en presenteert deze kort aan de klas.

Bewegingsonderwijs: Rennen, werpen, vangen en klimmen

Bewegingsvaardigheden zijn essentieel voor de motorische ontwikkeling van kinderen.

Rennen, werpen, vangen en klimmen zijn basisvaardigheden binnen het bewegingsonderwijs.

Techniek:

Knieën hoog optillen

Armen actief meebewegen

Voorvoetlanding voor snelheid

Rennen: Snel voortbewegen door afwisselend een voet van de grond te tillen.

Oefeningen:

Start- en stopspelletjes

Parcours met hindernissen

Estafettevormen

www.tiktok.com

Techniek:

Staand of met een aanloop

Werparm naar achter en dan explosief naar voren

Gericht mikken met de ogen 

Werpen: Een voorwerp met een gecontroleerde beweging wegsturen.

Oefening: 

Doelgericht werpen (hoepels, kegels omgooien)

Werpen met verschillende materialen (ballen, zakjes)

Teamspellen zoals trefbal

www.tiktok.com

Techniek: 

Handen open en ontspannen

Ogen volgen de bal

Opvangen met de handen en eventueel het lichaam

Vangen: Een bewegend voorwerp controleren door het vast te grijpen.

Oefening: 

Gooien en vangen met een partner

Reageerspellen (snel vangen)

Kleine en grote ballen gebruiken voor variatie

Techniek: 

Drie steunpunten tegelijkertijd gebruiken

Kijken naar de volgende greep

Gebruik van armen én benen

Klimmen: Zich voortbewegen op een verticale of schuine ondergrond.

Oefening: 

Klimrekken en wandrekken

Parcours met verschillende hoogtes

Apenhang en touwenklimmen

www.tiktok.com

Zorg voor een veilige omgeving (zachte matten, gecontroleerde ruimtes).

Pas de oefeningen aan per niveau (eenvoudiger of uitdagender maken).

Stimuleer samenwerking en plezier in bewegen.

Veiligheid en Differentiatie

Aan de slag 

Werk in tweetallen en kies één van de vier Je krijgt 1 van de bewegingsvormen: rennen, werpen, vangen of klimmen.

Ontwikkel een korte les met een duidelijke uitleg en minimaal één oefening.

Houd rekening met veiligheid en differentiatie.

Presenteer jullie les op een originele manier aan de klas (bijv. demonstratie, rollenspel, video, poster etc. ).