4.4 De opkomst van het christendom

4.4 De opkomst van het christendom

Leerdoelen

Video over drie wereldgodsdiensten. (2 min). Starten vanaf 0:37 min. 

63 v. Chr.: de Romeinen veroveren Judea.

Judea

In Judea wonen joden. Hun geloof heet het jodendom.

66 n Chr.: Romeinen verwoesten de joodse tempel in Jeruzalem.

Joden werden door de Romeinen vermoord, verjaagd of tot slaaf gemaakt.

Zo raakten joden verspreid over het hele Romeinse rijk.

Synagoge = joods gebedshuis

Video: synagoge (2 min)

30 n. Chr.: Jezus Christus, een joodse prediker trekt door Judea om mensen te vertellen over het geloof. 

33 n. Chr.: Jezus wordt gekruizigd.

Volgelingen van Jezus geloofden dat hij een zoon van God was (Christus). 

Aanhangers van Jezus gingen zich christenen noemen.

Zo ontstond een nieuw geloof: het christendom.

Bijbel = heilig boek van de christenen. 

Het christendom werd door Romeinse keizers verboden, want:

- christenen wilden de Romeinse staatsgoden 

niet vereren.

- 'de staatsgoden boden geen bescherming meer.

313 n. Chr.: keizer Constantijn voert godsdienstvrijheid in.

380 n. Chr.: het christendom wordt de enige toegestane godsdienst.

Het christendom organiseerde  het hele gebied in kerkprovincies met bisschoppen aan het hoofd. 

De bisschop van Rome, de paus, was de leider. De baas van de rooms-katholieke kerk.

Video: Wie is de paus (1:30 min)

Weektaak

- Lees 4.4 in je informatieboek.

- Maak de opdrachten van 4.4  online.

Leerdoelen