Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Een stroomkring is .......
A
Dat er stroom kan lopen van - naar +
B
Dat er stroom kan lopen van x naar y
C
Dat er stroom kan lopen van y naar x
D
Dat er stroom kan lopen van + naar -
Slide 1 - Quiz
Noem de drie dingen die je voor een stroomkring minimaal nodig hebt
Slide 2 - Question ouverte
Stroom kan wel lopen door een...
A
geleider
B
isolator
C
schakelaar
Slide 3 - Quiz
Welke stof is een geleider?
A
Lucht
B
Rubber
C
Aluminium
D
Kunststof
Slide 4 - Quiz
Wat is GEEN goede geleider?
A
hout
B
Zout water
C
ijzer
D
Koper
Slide 5 - Quiz
Wat beweegt er bij stroom?
A
Atomen
B
Moleculen
C
Ladingen
D
Ik heb geen idee..
Slide 6 - Quiz
De eenheid van stroomsterkte is:
A
Volt
B
Ohm
C
Ampère
D
Ampére
Slide 7 - Quiz
Het symbool voor stroomsterkte is:
A
V
B
U
C
I
D
A
Slide 8 - Quiz
0,2 A = ... ?
A
2 mA
B
20 mA
C
200 mA
D
2000 mA
Slide 9 - Quiz
8mA = ... A
A
80
B
8000
C
0,08
D
0,008
Slide 10 - Quiz
5,75 A = ...
A
57,5 mA
B
5750 mA
C
0,575 mA
D
0,00575 mA
Slide 11 - Quiz
Bespreken huiswerk
Lees paragraaf 4.1, inclusief de extra stof en maak:
opdracht 1 t/m 16
Slide 12 - Diapositive
Spanning
Iedere batterij of accu heeft zijn eigen spanning.
Spanning word gemeten in Volt (V)
Slide 13 - Diapositive
Spannings-bronnen
Wat doet een spannings-bron?
Welke spannings-bronnen ken je?
Slide 14 - Diapositive
Wat is spanning?
Slide 15 - Diapositive
Spanning
Grootheid: Spanning
Symbool grootheid: U
Eenheid: V (Volt)
Slide 16 - Diapositive
Spanning meten
Voltmeter (spanningsmeter)
Slide 17 - Diapositive
Voltmeter
schaalverdeling
meetbereik
Slide 18 - Diapositive
Batterij in serie
Als je batterijen in serie schakelt, mag je hun spanningen bij elkaar optellen.
Slide 19 - Diapositive
Batterijen in serie schakelen
Slide 20 - Diapositive
Wat is de eenheid van spanning?
A
Ampère
B
Ohm
C
Volt
D
Watt
Slide 21 - Quiz
Wat is de spanning van dit stopcontact
A
9 volt
B
110 volt
C
230 volt
D
250 volt
Slide 22 - Quiz
Spanning is een grootheid. Wat is het symbool voor spanning?
A
U
B
V
C
W
D
A
Slide 23 - Quiz
8000 Volt = ..... kV
A
8000000 kV
B
8 kVolt
C
0,008 kVolt
D
80 kVolt
Slide 24 - Quiz
Je hebt 3 batterijen, elk van 1,5 V Welke spanning leveren de batterijen samen, als je de pluspool van de ene batterij tegen de minpool van de andere batterij legt
A
0V
B
1,5V
C
3V
D
4,5V
Slide 25 - Quiz
Een batterij van 5V wordt in serie geschakeld met een batterij van 3V. Dit levert een spanning van:
A
2V
B
6V
C
10V
D
8V
Slide 26 - Quiz
Huiswerk
Lees paragraaf 4.2, inclusief de extra stof en maak: