Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 6 vidéos.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
00:48
What is the superpower of the Dutch Wim Hof?
Slide 2 - Question ouverte
01:28
What was the first thing Michelle ate?
A
A necklace
B
A Plane
C
A TV
D
Mount Everest
Slide 3 - Quiz
02:18
Why is Scott called a 'human calculator'
Slide 4 - Question ouverte
03:05
What makes the Rubber Boy so unique
A
He is flexible
B
He has talent and is hard working
C
He can put himself in a box
D
He only has talent
Slide 5 - Quiz
04:36
What is the runner's superpower?
Slide 6 - Question ouverte
Which of the ten superpowers would you like to have?
Slide 7 - Question ouverte
Om de kijk- en luistervaardigheid te oefenen gaan jullie een filmpje kijken met James Cordon en Tom Cruise. Tussen de fragmenten door moet je een paar vragen beantwoorden.
Succes!
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Tom Cruise had verwacht dat James niet zou durven en af zou zeggen. Waar is dat niet gebeurd?
A
James had er juist zin in.
B
Tom nam zijn telefoon niet op.
C
James had het nummer niet goed opgeslagen.
D
De telefoon was kapot.
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Vidéo
Waar springen ze het vliegtuig uit?
A
vanaf de vleugel
B
door de zijdeur
C
ze springen er niet uit
D
uit de achterkant
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Vidéo
Wat vind James van Danny?
A
Hij ziet er alsof hij naar een feestje gaat
B
Hij dacht dat hij gedronken had
C
Hij vond hem er betrouwbaar uitzien
D
Een ervaren sky-diver
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Vidéo
TRUE
FALSE
James ging meedoen aan een auditie voor een actiefilm
Jay Leno heeft ook parachute gesprongen
Ze gaan in de lucht vechten
Slide 16 - Question de remorquage
James denkt dat als ze doodgaan
A
ze hem rond zullen rijden in een auto
B
Tom vergeten zal worden
C
alle focus op Tom zal zijn
D
alle focus op hem zal zijn
Slide 17 - Quiz
Wat neemt James mee het vliegtuig in?
A
candy
B
toiletries
C
something to drink
D
travel medicine
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Vidéo
Wat zegt James over de kleding?
A
Tom draagt heel normale kleding en hij niet
B
Hij zou graag een jeans en trui aan willen
C
hij is blij dat hij een soort Baby Bjorn pak draagt