De Eerste Wereldoorlog: Gebeurtenissen en deelnemende landen (1914-1916)
De Eerste Wereldoorlog: Gebeurtenissen en deelnemende landen (1914-1916)
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
De Eerste Wereldoorlog: Gebeurtenissen en deelnemende landen (1914-1916)
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Leerdoel
Aan het einde van de les kan je de belangrijkste gebeurtenissen en deelnemende landen van de Eerste Wereldoorlog (1914-1916) noemen.
Slide 2 - Diapositive
Introduceer het leerdoel van de les aan de klas.
Wat weet jij al over de Eerste Wereldoorlog?
Slide 3 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Inleiding
De Eerste Wereldoorlog was van 1914 tot 1918. Het was een wereldwijde oorlog die begon in Europa. Het was een van de grootste en meest destructieve oorlogen in de geschiedenis.
Slide 4 - Diapositive
Geef een korte inleiding over de Eerste Wereldoorlog.
Aanleiding
Op 28 juni 1914 werd de Oostenrijkse aartshertog Franz Ferdinand vermoord in Sarajevo, Bosnië. Dit was de aanleiding voor de oorlog.
Slide 5 - Diapositive
Vertel over de aanleiding van de Eerste Wereldoorlog.
De Centralen
De Centralen waren Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, het Ottomaanse Rijk en Bulgarije.
Slide 6 - Diapositive
Leg uit wie de Centralen waren en welke landen erbij hoorden.
De Geallieerden
De Geallieerden waren het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Rusland, België en Servië.
Slide 7 - Diapositive
Leg uit wie de Geallieerden waren en welke landen erbij hoorden.
De Slag bij de Marne
In september 1914 vond de Slag bij de Marne plaats. Dit was een belangrijke veldslag tussen de Centralen en de Geallieerden. De Geallieerden wonnen deze slag.
Slide 8 - Diapositive
Vertel over de Slag bij de Marne en waarom het belangrijk was.
Loopgravenoorlog
Na de Slag bij de Marne werd er een loopgravenoorlog gestart. Dit was een langdurige strijd waarbij beide partijen zich ingroeven in loopgraven.
Slide 9 - Diapositive
Vertel over de loopgravenoorlog en waarom deze zo kenmerkend was voor de Eerste Wereldoorlog.
De Slag bij Verdun
In 1916 vond de Slag bij Verdun plaats. Dit was een van de bloedigste veldslagen van de Eerste Wereldoorlog. Er vielen honderdduizenden doden en gewonden.
Slide 10 - Diapositive
Vertel over de Slag bij Verdun en waarom deze zo bloedig was.
De Verenigde Staten
In 1917 besloten de Verenigde Staten om zich bij de Geallieerden aan te sluiten en mee te vechten in de oorlog.
Slide 11 - Diapositive
Leg uit waarom de Verenigde Staten zich bij de Geallieerden aansloten.
Russische Revolutie
In 1917 brak in Rusland de Russische Revolutie uit. Dit zorgde ervoor dat Rusland zich terugtrok uit de oorlog.
Slide 12 - Diapositive
Vertel over de Russische Revolutie en welke invloed dit had op de Eerste Wereldoorlog.
Het einde van 1916
Aan het einde van 1916 was de Eerste Wereldoorlog nog steeds in volle gang. Het zou nog twee jaar duren voordat de oorlog eindigde.
Slide 13 - Diapositive
Geef een korte samenvatting van wat er gebeurde aan het einde van 1916 en wat er nog komen zou.
Conclusie
We hebben geleerd over de belangrijkste gebeurtenissen en deelnemende landen van de Eerste Wereldoorlog in de periode van 1914 tot 1916. De oorlog zou nog twee jaar duren voordat deze eindigde.
Slide 14 - Diapositive
Rond de les af en vat samen wat er is geleerd.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 15 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 16 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 17 - Question ouverte
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.