Rekenen D5 Paragraaf 5.7 en 5.8



Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 3 les 8
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1-4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon



Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 3 les 8

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Hoofdstuk 5 Omgaan met kwantitatieve informatie
Paragraaf 5.7 en 5.8


Domein 1
Toets 1
Domein 2
Toets 2
Domein 3
Toets 3
Domein 4
   Toets 4
 Domein 5
Examen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen H1


Groep: PBSD 

Vak: Nederlands blok 1

Docent: mevrouw K. van Zaalen

Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Les 6
Les 7
Les 8
Les 9
Les 10
P4.1 + 4.2
P4.3 + 4.4
P4.5 + GO
TOETS
P5.1 + 5.2
P5.3 + 5.4
P5.5 + 5.6
P5.7 + 5.8
TRAINING
EXAMEN
Wat gaan we doen?
Starten
Opstarten van de les
Kennis activeren
Uitleg par. 5.7 en 5.8 Gegevens verwerken
Kennis trainen
Maken (selectie van) opdrachten par. 5.7 en 5.8
Kennis chechek
Maken van gezamenlijke examenopdracht
Afronden
Beantwoorden van individuele vragen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Volgende week is de examentraining!
We ronden de cursus af met een verplichte examentraining. Die duurt ongeveer 90 minuten. Voor de examentraining krijg je een cijfer. Dat cijfer geeft je een beeld van hoe goed je de lesstof van het vak rekenen beheerst. De opdrachten in de training lijken verder op die
van het examen rekenen. Je slaat dus eigenlijk twee vliegen in één klap.





Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Wanneer kan je de training maken?
Je maakt de examentraining tijdens de normale lestijd! Je docent is er voor je als je ondersteuning nodig hebt. Als je alle opdrachten van de training hebt gemaakt en die hebt ingeleverd, word je volgende week op aanwezig en actief gezet. Je vakdocent zal je resultaten vervolgens beoordelen en je persoonlijke feedback geven.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


En daarna?
Na het afronden van de training is het tijd voor het examen. Je maakt dat examen op je vaste leslocatie. Je krijgt 26 opdrachten. Dat zijn vooral open opdrachten. Je berekeningen, uitleg en antwoorden noteer je op een online rekenblad. Bij het maken van de opdrachten gebruik je een online rekenmachine én een rekenkaart.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Korte introductie les 8

Leerdoel paragraaf 5.7 Conclusies trekken

  • Je kan conclusies trekken uit tabellen, grafieken en diagrammen.
  • Je kan een trend zien in gegevens.


Leerdoel paragraaf 5.8 Misleiding

  • Je herkent misleiding bij grafieken en diagrammen.



Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Paragraaf 5.7

Leerdoelen


  • Je kan conclusies trekken uit tabellen, grafieken en diagrammen.
  • Je kan een trend zien in gegevens.



Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar?
De laagste gemiddelde temperatuur is gemeten in januari 1940. 

Slide 9 - Diapositive

De stelling is niet waar.

De laagste gemiddelde temperatuur in januari 1940 was -5,5 en in februari 1956 was dat -6,4.
Waar of niet waar?
Het verschil tussen de laagste en de hoogste temperatuur in januari is meer dan 10 graden. 

Slide 10 - Diapositive

De stelling is waar.

7,1 (jan. 2007) - -5,5 (jan. 1940) = 12,6.
Waar of niet waar?
Uit de tabel blijkt dat de hoogste gemiddelde temperaturen allemaal dateren uit deze eeuw. 

Slide 11 - Diapositive

De stelling is niet waar.

De hoogste gemiddelde temperaturen in februari en maart dateren uit 1990 en 1991.

Aan het werk
  • Blijf ingelogd in Google.
  • Zet het geluid van de les uit.
  • Maak de opdrachten van par. 5.7.
 

timer
20:00

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Paragraaf 5.8

Leerdoelen


  • Je herkent misleiding bij grafieken en diagrammen.



Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar?
Ab heeft € 200,00 van zijn broer geleend. Na zes weken is zijn schuld bijna afgelost.

Slide 14 - Diapositive

De stelling is niet waar. Na zes weken heeft Ab nog maar de helft van zijn schuld afgelost.
Waar of niet waar?
De horizontale as - de tijd in weken - geeft een vertekend beeld.

Slide 15 - Diapositive

De stelling is niet waar. De horizontale as - de tijd in weken - geeft een goed beeld..
Leg in je eigen woorden uit waarom deze lijngrafiek misleidend is.

Slide 16 - Diapositive

Deze lijngrafiek is misleidend, omdat de verticale as - de schuld in euro´s - begint bij  begint bij € 100,00 en niet oploopt in gelijke stappen. 

Aan het werk
  • Blijf ingelogd in Google.
  • Zet het geluid van de les uit.
  • Maak de opdrachten van par. 5.8.
 

timer
20:00

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Paragraaf 5.7 en 5.8 Oefenen voor het examen
Bij het maken van je examen kijken examinatoren niet alleen naar of je het juiste antwoord op de vraag kan geven. Zij willen ook weten hoe je tot dat antwoord bent gekomen. Dat kan je laten zien door uitleg te geven of een berekening te maken. Dat oefenen we bij het maken van de wekelijkse examenopdracht en bij de toetsen aan het eind van ieder domein. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Examenopdracht
timer
10:00
a. Bereken de jaarlijkse procentuele toename van de opbrengst uit crowdfunding acties tussen 2016 en 2019. Rond af op hele getallen.

b. Ali van Go Crowdfunding concludeert: “De opbrengst van crowdfunding acties heeft zich tussen 2016 en 2019 verdrievoudigd.“ Toon
met een berekening aan of hij gelijk heeft.
 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht a                                                                                                     Liever berekenen met een tabel?      
                                                                                                      
Bereken het verschil in miljoenen euro´s
223 - 170 = 53 miljoen

Bereken wat 1% van 170 miljoen is
170 : 100 = 1,7 miljoen

Bereken hoeveel procent 53 miljoen is
53 : 1,7 = 31,1...%

Rond af op een heel getal
31,1 = 31%







Wat weet je al?
Je weet de jaarlijkse bedragen van crowdfunding acties.
Die kan je aflezen uit de staafdiagram.
percentage
        100
          ?
bedrag in miljoenen €
        170
         53

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht a (vervolg)
329 - 223 = 106
223 : 100 = 2,23
106 : 2,23 = 47,5... = 48%
         
424 - 329 = 95
329 : 100 = 3,29
95 : 3,29 = 28,8... = 29%

Opdracht b
Ali heeft geen gelijk, want:                                                            
424 - 170 = 254
170 : 100 = 1,7
254 : 1,7 = 149,4... = 149%







Wat weet je al?
Je weet de jaarlijkse bedragen van crowdfunding acties.
Die kan je aflezen uit de staafdiagram.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Heb je je leerdoelen gehaald?
Leerdoel paragraaf 5.7 Conclusies trekken

  • Je kan conclusies trekken uit tabellen, grafieken en diagrammen.
  • Je kan een trend zien in gegevens.

Leerdoel paragraaf 5.8 Misleiding
  • Je herkent misleiding bij grafieken en diagrammen.



Volgende week
Examentraining

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions