2T6 Ecologie

Ecologie
1 / 19
suivant
Slide 1: Carte mentale
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Ecologie

Slide 1 - Carte mentale

Ecologie

Slide 2 - Diapositive

De studie van het gedrag van dieren heet ecologie
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Wat bestuderen we in de ecologie?
A
In de ecologie bestuderen we alle relaties (betrekkingen) tussen organismen en hun milieu
B
In de ecologie bestuderen we een milieu
C
In de ecologie bestuderen we de invloeden die afkomstig zijn van de levende natuur
D
A en B zijn beide goed

Slide 4 - Quiz

Ecologie
Bestuderen van invloeden uit het milieu op organismen

Slide 5 - Diapositive

Ecologie 
Ecos: Leefomgeving 
Logie: studie naar

Slide 6 - Diapositive

Ecologie
Het bestuderen van relaties tussen organismen 
het bestuderen van relaties tussen organismen en het milieu

Slide 7 - Diapositive

Wat is ecologie
A
De studie naar relaties tussen organismen en hun milieu
B
De studie naar behoud van de natuur
C
De studie van economische factoren in de biologie
D
De studie naar een ecologisch verantwoord milieu

Slide 8 - Quiz

Niveaus in de ecologie



Individu


Individu

Slide 9 - Diapositive

Populatie-ecologie

Populatie. Groep van individuen van eenzelfde soort die op eenzelfde tijdstip op een bepaalde plaats leven en met elkaar voortplanten.


Slide 10 - Diapositive

Welke niveaus zijn
er in de ecologie?

Slide 11 - Carte mentale

Noem 4 niveaus in de ecologie

Slide 12 - Question ouverte

wat zijn de vier niveau's van de ecologie van klein naar groot?
A
individu, populatie, levensgemeenschap, ecosystemen
B
levensgemeenschap, individu, populatie, ecosystemen

Slide 13 - Quiz

Wat zijn abiotische factoren? Schrijf 2 voorbeelden op

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Vidéo

Thema 6 Ecologie

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kunt de invloeden van organismen indelen in biotische en abiotische factoren.
2. Je kunt de niveaus van ecologie beschrijven: wat is een individu, populatie, levensgemeenschap, ecosysteem en biotoop.
3. Je kunt omschrijven wat successie is. Kunt voorbeeldbeschrijvingen maken van pioniers- tot climax-ecosysteem.
4. Je kunt van organismen uit een ecosysteem de voedselrelaties aangeven: voedselketen en voedselweb.
5. Je kent de verschillen tussen autotrofe en heterotrofe organismen.
6. Je kunt verschillende groepen organismen aangeven in een ecosysteem: producenten, consumenten, reducenten, hebivoren, carnivoren, omnivoren.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive