Opdracht 4 | Tijdvakken

M&M M1
Vaardigheden - Opdracht 4 | Tijdvakken
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

M&M M1
Vaardigheden - Opdracht 4 | Tijdvakken

Slide 1 - Diapositive

De leerdoelen van deze les zijn:

1. de tien tijdvakken in chronologische orde beschrijven.

2. uitleggen waarom een tijdvak veranderd naar een nieuw tijdvak.

3. het verschil tussen v.Chr. en n.Chr. uitleggen.

4. kan het verschil tussen prehistorie en historie uitleggen.

5. onderscheid maken tussen een feit en een mening.

Slide 2 - Diapositive

Als je het over vroeger hebt, wil je weten hoe lang geleden iets is. In je eigen leven heb je te maken met uren, dagen, weken, maanden en jaren. Als er een jaar om is, vier je dat feestelijk met je verjaardag. De volgende stap is honderd jaar, dat is een eeuw. En 1000 jaar is een millennium. Wij leven nu in de 21e eeuw.

Voor het christelijke geloof is de geboorte van Jezus Christus belangrijk. Zo belangrijk dat in Europa zijn geboortejaar, jaar 1 is genoemd. Alle gebeurtenissen die voor jaar 1 afspelen worden dan ook met voor Christus opgeschreven (v.Chr.). Op de wereld heb je meerdere jaartellingen, zoals die van het joodse geloof, de islam of Chinese jaartelling.

Onze geschiedenis is uiteraard veel langer van 21 eeuwen. Naar schatting is dit zo 100.000 jaar. Zo lang is het geleden dat de moderne mens ontstond. De eerste mensachtige waren er al 6 miljoen jaar geleden. De aarde is er al veel langer, zo'n 4,5 miljard jaar schat men.

Doordat er zoveel is gebeurd in de geschiedenis en deze overzichtelijk te maken voor jullie op school, is de periode vanaf het ontstaan van de moderne mens, de geschiedenis opgedeeld in tijdvakken.

Een nieuw tijdvak ontstaat meestal door een grote verandering. De uitvinding van de stoommachine bijvoorbeeld. Er bestaan op dit moment tien tijdvakken, ieder met een eigen naam, afbeelding en tijd.

Slide 3 - Diapositive

1. Hoeveel jaar is een eeuw?

Slide 4 - Question ouverte

2. Waarom is het jaar 1 als beginpunt van de christelijke jaartelling gekozen?

Slide 5 - Question ouverte

3. De islamitische jaartelling begint met de vlucht van Mohammed naar Medina. Hoeveel jaar is dat geleden?

Slide 6 - Question ouverte

4. Wat zet je achter de jaartallen van voor dat Jezus Christus geboren werd?

Slide 7 - Question ouverte

5. Hoe lang zijn de mensachtige op de aarde?

Slide 8 - Question ouverte

6. Hoe lang bestaat de moderne mens?

Slide 9 - Question ouverte

7. Schrijf in eigen woorden op wat een tijdvak is.

Slide 10 - Question ouverte

8. In welk tijdvak leven wij?

Slide 11 - Question ouverte

9. Hoe komt het dat er steeds een korte tijd is tussen de tijdvakken?

Slide 12 - Question ouverte

Wanneer de mensen precies begonnen met lezen en schrijven weten we (nog) niet. We weten wel dat het schrift niet één plaats en op één tijdstip is uitgevonden. Overal op de wereld ontwikkelden de mensen zich op een manier en op een ander moment. In China gebruikte men het schrift rond 1300 v.Chr., terwijl de Egyptenaren al rond 3000 v.Chr. begonnen te schrijven. In Nederland hebben de mensen het schrift pas zo'n 2000 jaar geleden leren kennen.

De tijd voor het schrift wordt de prehistorie genoemd. Vanaf het moment dat volkeren geschreven bronnen achterlieten, noem je dat historie. De prehistorie eindigt dus niet overal op de wereld op hetzelfde tijdstip.

Uit geschreven bronnen kun je veel informatie halen, je weet bijvoorbeeld meer over hoe mensen over iets hebben gedacht.

Slide 13 - Diapositive

10. Geef van de volgende zinnen aan of ze goed of fout zijn:

  1. In China eindigde de prehistorie eerder dan in Nederland. Goed/fout.

  2. In de prehistorie waren er geen ongeschreven bronnen. Goed/fout.

  3. Geschreven bronnen geven beter de gedachten van mensen weer. Goed/fout.

  4. Over de prehistorie hebben we geen bronnen. Goed/fout.

Slide 14 - Question de remorquage

11. Noem zoveel mogelijk manieren waarop jij gebruikt maakt van het schrift. Bedenk dat je leest én schrijft.

Slide 15 - Question ouverte

12. Leg uit waarom de uitvinding van het schrift zo belangrijk was.

Slide 16 - Question ouverte

Hoe kwam vroeg informatie/nieuws van de ene plek naar de andere plek? Er bestond toen nog geen tv, internet, vliegtuig, auto of telefoon. Vaak waren handelaren die het nieuws naar andere mensen brachten. En werden er veel brieven geschreven naar elkaar. Soms kon de post wel maanden op zich wachten!

Het nieuws komt nu veel sneller naar je toe. We hebben internet, tv etc. Niet is het alleen sneller, maar ook meer. Dit komt doordat er meer mensen wonen op de wereld en er steeds meer mensen bijkomen. Er is dus meer nieuws en er gebeurt meer.

Slide 17 - Diapositive

13. Hoe werd het nieuws verspreid 500 jaar geleden?

Slide 18 - Question ouverte

14. En hoe nu tegenwoordig?

Slide 19 - Question ouverte

Leerdoelen check
Leerdoel 1: schrijf de tien tijdvakken in de juiste volgorde onder elkaar.

Slide 20 - Question ouverte

Leerdoelen check
Leerdoel 2: Wanneer begint een nieuw tijdvak?

Slide 21 - Question ouverte

Leerdoelen check
Leerdoel 3: Wat is het verschil tussen v.Chr. en n.Chr.?

Slide 22 - Question ouverte

Leerdoelen check
Leerdoel 4: Wat is het verschil tussen prehistorie en historie?

Slide 23 - Question ouverte

Leerdoelen check
Leerdoel 5: Wat is een feit?

Slide 24 - Question ouverte

Leerdoelen check
Leerdoel 5: Wat is een mening?

Slide 25 - Question ouverte

Leerdoelen check ingevuld?
Ga samen met je talking partner elkaars antwoorden controleren en verbeter elkaar.

Slide 26 - Diapositive