Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
§8.1
Verschillen in de welvaart
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe welvaart meestal wordt berekend.
Je kunt vier redenen noemen waarom de welvaart in een land in werkelijkheid anders kan zijn.
Je kunt met behulp van een Lorenzcurve de inkomensverdeling van landen vergelijken.
Je kunt uitleggen dat het armoedeprobleem een vicieuze cirkel is.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Hoe meet je welvaart?
Slide 4 - Carte mentale
Hoe dan?
Je kunt de welvaart tussen landen eenvoudig vergelijken door te kijken naar het inkomen per hoofd van de bevolking, het gemiddelde inkomen per inwoner van een land.
Nationaal inkomen : aantal inwoners - inkomen per hoofd van de bevolking.
Slide 5 - Diapositive
Een poging? Anoniem. Hoeveel zakgeld krijg je?
Slide 6 - Carte mentale
Welvaart alleen meten in geld?
}Naast het inkomen per hoofd, moet je ook rekening houden met de volgende vragen:
Hoe is de welvaart over de bevolking verdeeld? Is er sprake van een gelijke of een ongelijke inkomensverdeling?
Hoe hoog zijn de prijzen in een land? Met andere woorden: wat is de koopkracht van het inkomen?
Hoe groot is de informele productie in een land? Dat is de productie die niet wordt geregistreerd, zoals met zwart werk of met zelfvoorziening.
Zijn er voldoende en kwalitatief goede collectieve voorzieningen, zoals onderwijs en gezondheidszorg?