De Tweede Wereldoorlog: belangrijkste feiten en gebeurtenissen

De Tweede Wereldoorlog: belangrijkste feiten en gebeurtenissen

Leerdoel

Aan het einde van deze les weet je de belangrijkste feiten en gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog.

Introduceer het leerdoel aan het begin van de les.

Wat weet jij al over de Tweede Wereldoorlog?

Wat was de Tweede Wereldoorlog?

De Tweede Wereldoorlog was een wereldwijde oorlog die duurde van 1939 tot 1945.

Leg kort uit wat de Tweede Wereldoorlog was.

Belangrijkste oorzaken

De belangrijkste oorzaken van de Tweede Wereldoorlog waren de opkomst van het nazisme in Duitsland, de agressieve buitenlandse politiek van Duitsland, de appeasementpolitiek van de geallieerde machten en de invasie van Polen door Duitsland.

Noem de belangrijkste oorzaken van de Tweede Wereldoorlog en leg elke oorzaak kort uit.

Belangrijkste gebeurtenissen

De belangrijkste gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog waren de invasie van Polen, de Blitzkrieg, de Slag om Stalingrad, D-Day, de bevrijding van concentratiekampen en de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki.

Noem de belangrijkste gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog en leg elke gebeurtenis kort uit.

Europa na de Tweede Wereldoorlog

Europa was verwoest na de Tweede Wereldoorlog en de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie kwamen als supermachten uit de oorlog.

Leg kort uit hoe Europa eruitzag na de Tweede Wereldoorlog.

Het belang van de Tweede Wereldoorlog

De Tweede Wereldoorlog had een enorme impact op de wereldgeschiedenis en leidde tot de oprichting van de Verenigde Naties, de oprichting van de staat Israël, de Koude Oorlog en de Europese Unie.

Benadruk het belang van de Tweede Wereldoorlog en noem enkele belangrijke gevolgen.

Quiz

Test je kennis over de Tweede Wereldoorlog met deze quiz!

Gebruik een online quiztool om een quiz te maken en de kennis van de studenten te testen.

Vragen

Heb je nog vragen over de Tweede Wereldoorlog?

Sluit de les af door studenten aan te moedigen vragen te stellen en eventuele onduidelijkheden op te helderen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.