Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Paragraaf 5.1
Formatieve test
Slide 1 - Diapositive
Noem drie arbeidsmotieven
Slide 2 - Question ouverte
Cindy is schoonmaakster bij Charles de Foucauld. Wat voor werk doet Cindy?
A
Geschoold
B
Ongeschoold
Slide 3 - Quiz
Een arbeidsovereenkomst is een contract tussen een ...
A
werkgever en werknemer
B
bedrijfstak en vakbond
Slide 4 - Quiz
De afspraken binnen een cao worden gemaakt door organisaties van werkgevers en ...
A
bedrijfstakken
B
vakbonden
C
werknemers
D
arbeidsvoorwaarden
Slide 5 - Quiz
Wat is onjuist?
A
Het brutoloon is het loon dat in de cao staat omschreven.
B
Het verschil tussen bruto en netto zijn de belastingen en premies.
C
Nettoloon is exclusief belastingen en premies.
D
Brutoloon krijg je gestort op je bankrekening.
Slide 6 - Quiz
Sebastiaan helpt zijn tante wel is vrijwillig in het dierenasiel. Wat voor werk is dit?
A
Wit werk
B
Grijs werk
C
Zwart werk
D
Blauw werk
Slide 7 - Quiz
Simon werkt als arts bij het ziekenhuis. Wat voor werk is dit?
A
Wit werk
B
Grijs werk
C
Zwart werk
D
Blauw werk
Slide 8 - Quiz
Lars verdient een brutoloon van € 1.515 per maand. Daarop wordt € 119 belasting ingehouden. De sociale premies zijn 7,6 % van zijn brutoloon. Bereken het nettoloon dat Lars per jaar ontvangt.
Slide 9 - Question ouverte
Wat is onjuist?
A
Alleen bij zwart werk betaal je geen belasting en premie.
B
Alleen zwart werk is verboden.
C
Alleen voor grijs werk krijg je niet betaalt.
D
Alleen wit werk staat geregistreerd bij de belastingdienst.
Slide 10 - Quiz
Als je 17 bent is je minimumloon €646,06 per maand op basis van 36 urige werkweek. Je werkt in totaal 12 uur per week. Wat verdien je per week?