Vocabulaire 2

Vocabulaire 2
Maatwerkuren
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vocabulaire 2
Maatwerkuren

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
* Activeren voorkennis
*Uitleg van de 10 nieuwe woorden
* Oefenen van de woorden
* Controleren of het onthouden is

Slide 2 - Diapositive

Abominabel
A
heel slecht
B
heel goed
C
heel prettig
D
heel mooi

Slide 3 - Quiz

Ramptoerist
A
Iemand die toevallig bij een ramp aanwezig is
B
Iemand die reist om te helpen bij rampen
C
Iemand die puur uit sensatie naar een ramp komt
D
Iemand die weg blijft bij een ramp

Slide 4 - Quiz

Spannend, zenuwslopend
A
hermetisch
B
energievol
C
angstig
D
enerverend

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Onderkennen
Opmerken en het belang inzien
"Je moet eerst je probleem onderkennen voordat je er iets aan kan doen"


Slide 7 - Diapositive

Beklijven
voortduren, blijven bestaan
"Positieve gevoelens beklijven vaak minder goed dan negatieve"

Slide 8 - Diapositive

Spekkoper
Iemand die goede zaken heeft gedaan, veel geluk heeft gehad

"Iemand die in deze tijd huizen verhuurd is een spekkoper, hij verdient daar veel geld mee"

Slide 9 - Diapositive

Aanstonds
binnenkort, binnen zeer korte tijd
"Ik heb aanstonds tijd om u even te woord te staan"

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Waardeoordeel
Mening of iets goed of slecht is

"Zonder haar gesproken te hebben ga ik daar geen waardeoordeel over geven"

Slide 12 - Diapositive

Hiërarchie
Rangorde
"Hij staat boven aan de rangorde"

Slide 13 - Diapositive

Drempelvrees
Aarzeling, Angst om ergens naar binnen te gaan of te ondernemen.
"Eerst had ik last van drempelvrees maar daarna ging ik er vol voor"

Slide 14 - Diapositive

Relevant
Belangrijk voor het onderwerp waar het over gaat
"Hij hield relevante informatie achter"

Slide 15 - Diapositive

Catastrofe
Ramp
"Het is een catastrofe voor het hele land"

Slide 16 - Diapositive

Empathie
Inlevingsvermogen
"Het ontbreekt hem van werkelijk elke vorm van empathie"

Slide 17 - Diapositive

Geef nooit zomaar een ........ over iets
A
waardeoordeel
B
aalmoes
C
waardepapier

Slide 18 - Quiz

Corona was een ..... voor veel bedrijven
A
Faillissement
B
Catastrofe
C
Afknapper

Slide 19 - Quiz

Voor die prijs ben je echt ..........
A
Afgeknapt
B
Afgepeigerd
C
Een spekkoper

Slide 20 - Quiz

Het is belangrijk de risico's tijdig te ....
A
Bekennen
B
Onderkennen
C
Afwenden

Slide 21 - Quiz

Ze toonde veel ..... voor de slachtoffers
A
Empathie
B
Gelatenheid
C
Drempelvrees

Slide 22 - Quiz

De les gaat ....... beginnen
A
Geenszins
B
Aanstonds
C
Aanvankelijk

Slide 23 - Quiz

Wat je nu zegt is totaal niet .....
A
Relatief
B
Aanvankelijk
C
Relevant

Slide 24 - Quiz

De verlegen jongen had nog last van .....
A
Drempelvrees
B
Empathie
C
Hiërarchie

Slide 25 - Quiz

Wat ik vandaag heb geleerd zal mij zeker .....
A
Bekleven
B
Beklijven
C
Beoordelen

Slide 26 - Quiz

Hij stond bovenaan in de ..... van het team
A
Toppositie
B
Hiërarchie
C
Monarchie

Slide 27 - Quiz

In het aardbevingsgebied liepen veel 
De hulp komt                       op gang.
Het is moeilijk om voldoende dekens te 
Het is echt een                             voor het land
Ramptoeristen
Catastrofe
relevant
Aanstonds
bemachtigen

Slide 28 - Question de remorquage

Hij zal zijn gevoelens moeten leren 
In het leger heb je een sterke 
Zijn geheugen is als een zeef, zo 
Zij is erg                            voor indrukken.
Onderkennen
ontvankelijke
aanhankelijk
hiërarchie
Abominabel

Slide 29 - Question de remorquage

De man had zo hard gelopen, hij was helemaal .....................

Slide 30 - Question ouverte

De les over veiligheid zal me zeker ........

Slide 31 - Question ouverte

Een mening of iets goed of slecht is
A
Meningsverschil
B
Waardeoordeel
C
Begrip

Slide 32 - Quiz

Hij aarzelde of hij het moest doen of niet.
A
Drempelvrees
B
Hoogtevrees
C
Twijfelen

Slide 33 - Quiz

Hij heeft zoveel geluk, hij is echt een
A
Lucky ducky
B
Spekkoper
C
pechvogel

Slide 34 - Quiz

Had je alle vragen goed? 
Nee? Dan doe je deze nog een keertje!
Ja? Dan mag je de woordzoeker gaan maken!

Slide 35 - Diapositive