Les 2 Opdrachtgeversgesprek

• Evenementenorganisatie
• MBO
• Studiejaar 1

Keuzedeel events les 2

Ik ga leren over:

• Fasen in een evenement
• Vraaggesprek voorbereiden
• Brainstormen deel 2

Fase 2

Fase 1

Fase 3

Fase 4

concepting

Planning

Uitvoering

Evaluatie

opdrachtgever

• Belangrijk om goed naar de wensen en de eisen van de opdrachtgever te luisteren (LSD)
• Stel open vragen (7 W's) en vraag door
• Luister tussen de regels door
• Verplaats je in de doelgroep van het evenement
• Formuleer het doel van het evenement 

Waar word je op beoordeeld?

7 w's

W1: Waarom: Om welke reden wil je een activiteit organiseren.

W2: Wie: Voor wie organiseer je de activiteit.

W3: Wat: Welke activiteit ga je organiseren?

W4: Waar: Op welke plaats ga je de activiteit organiseren.

W5: Wanneer: Op welke dag/tijd organiseer je de activiteit?

W6: Welke: Op welke manier/hoe organiseer je de activiteit.

W7: Wat daarna: wat gebeurt er na afloop van de activiteit.

Deze uitspraak helpt je er aan te herinneren dat je nooit het gevoel moet hebben of moet handelen vanuit je eigen gereserveerdheid. En van de voordelen van het vak van eventmanager, is dat je creatief kunt, mag en moet zijn, zodat je invloed kunt uitoefenen op de richting, visie, inhoud, thema of decor van het evenement. Dus laat je niet opleggen dat je geen keuzes hebt, die heb je wel.

Vraag: Tijdens de 4-daagse willen wij een evenement organiseren voor de doelgroep 12-17 jarigen. Wat wil deze groep graag ervaren en beleven?

Bij brainstormen staat een vraag centraal.

Wat zijn de regels van brainstormen?

Bij deze techniek zetten alle deelnemers gedurende een afgesproken tijd (bijvoorbeeld 5 minuten) zoveel mogelijk ideeën op papier.

 

Je kijkt niet bij elkaar en geen enkel idee is raar of gek. Er wordt dus niet beoordeeld, enkel geschreven.

Brainstormtechniek 1: Brainwriting

Als je omgekeerd brainstormt, ga je niet op zoek naar ideeën en oplossingen die kunnen werken, maar net naar zaken die niet werken.

 

Door een lijst samen te stellen van zaken die niet werken, dwing je jezelf in een bepaalde richting te denken.

Je gaat je namelijk afvragen waarom bepaalde ideeën niet werken, en hoe je ervoor zou kunnen zorgen dat het wél zou kunnen.

Techniek 2: Omgekeerd brainstormen

Evenementen-

organisatie