avoir zelfstandig

avoir zelfstandig
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
FransBasisschoolGroep 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

avoir zelfstandig

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

AVOIR ( = hebben)
Vervoeging van "avoir" met vertaling :
stopwatch
00:00

Slide 3 - Diapositive

Wat betekent "tu as"?
A
zij hebben
B
hij heeft
C
jij hebt
D
ik heb

Slide 4 - Quiz

Wat betekent "nous avons"?
A
ik heb
B
u heeft
C
wij hebben
D
zij hebben

Slide 5 - Quiz

Wat betekent "il a" ?
A
hij heeft
B
zij heeft
C
u heeft
D
zij hebben

Slide 6 - Quiz

Hoe vertaal je "men heeft" in het Frans ?
timer
1:00
A
ils ont
B
nous avons
C
j'ai
D
on a

Slide 7 - Quiz

Hoe vertaal je "zij hebben" in het Frans ?
timer
1:00
A
ils ont
B
elle a
C
vous avez
D
tu as

Slide 8 - Quiz

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij hebben
C.  men heeft
D.  jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  as
3.  ils  ont
4.  on  a
5.  vous avez
6.  elle  a

Slide 9 - Question de remorquage

nous avons

Slide 10 - Question ouverte

J'ai

Slide 11 - Question ouverte

u heeft

Slide 12 - Question ouverte

jullie hebben

Slide 13 - Question ouverte

zij heeft

Slide 14 - Question ouverte

hij heeft

Slide 15 - Question ouverte

jij hebt

Slide 16 - Question ouverte