Werkwoordspelling totaal

Welkom
Ga rustig zitten.
Pak je spullen.
Zorg dat je telefoon uit staat en in je tas zit.
Wacht rustig tot de les begint.

Dierenclub wil paarden in draaimolens Efteling verbieden
Actievoerders van dierenbelangenorganisaties PETA willen dat de Efteling zijn paarden uit de draaimolens gaat verwijderen. Carrousels met een dierenthema 'vieren onbedoeld de uitbuiting van bewuste wezens', vinden zij. Vorige week deed het Amerikaanse PETA al deze oproep, waarbij de Nederlandse tak zich nu aansluit.

1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom
Ga rustig zitten.
Pak je spullen.
Zorg dat je telefoon uit staat en in je tas zit.
Wacht rustig tot de les begint.

Dierenclub wil paarden in draaimolens Efteling verbieden
Actievoerders van dierenbelangenorganisaties PETA willen dat de Efteling zijn paarden uit de draaimolens gaat verwijderen. Carrousels met een dierenthema 'vieren onbedoeld de uitbuiting van bewuste wezens', vinden zij. Vorige week deed het Amerikaanse PETA al deze oproep, waarbij de Nederlandse tak zich nu aansluit.

Slide 1 - Diapositive

De hagelslagwet

Slide 2 - Diapositive

Strip maken
Maak een stripverhaal waarin de volgende woordsoorten staan:
lidwoorden
znw
bvnw
beznw
verwijswoorden

Slide 3 - Diapositive

Werkwoordspelling
   Werkwoordspelling
    

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

De PV is altijd een werkwoord
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

 Werkwoordspelling

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Herhalen

Slide 9 - Diapositive

werken/lopen/lezen/slapen/voetballen/ schrijven


 Roze: stam van een ww
blauw: ik-vorm verleden tijd
geel: hij- vorm tegenwoordige tijd




Slide 10 - Diapositive

Wat weet je nog over de regels van TT ?

Slide 11 - Carte mentale

Bij IK, schrijf je ...
A
IK-vorm
B
IK-vorm + t

Slide 12 - Quiz

Bij HIJ / ZIJ / HET, schrijf je ...
A
IK-vorm
B
IK-vorm + t

Slide 13 - Quiz

Als JIJ achter de PV staat, schrijf je ...
A
IK-vorm
B
IK-vorm + t

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

 
De pv ziet er in de tegenwoordige tijd zo uit: 

enkelvoud ik-vorm            ik loop, durf ik? zwem jij?
enkelvoud ik-vorm+ t        jij/hij loopt, hij/zij rijdt, hij                                                                                            blaast 

meervoud
hele werkwoord                  wij lopen, jullie durven, zij                                                       blazen 


Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Hij vind/ vint/ vindt dat leuk!
!
Hoe pak je het aan?
Hoor je dan een t aan het eind van loop of snap?
Hij snapt/ loopt
vervang vind in je hoofd door loop of snap
1
2
3
Als je geen T hoorde is vind ook zonder T
Als je wel een T hoorde is vind ook met T. Dus hij vindt

Slide 21 - Diapositive

Cas ............morgen 15.
A
word
B
wort
C
wordt
D
worden

Slide 22 - Quiz

Ik .......... een taart voor zijn verjaardag
A
maak
B
maakt
C
maakdt
D
maken

Slide 23 - Quiz

Persoonsvorm in de verleden tijd
EV
mv
ik -vorm + te / de
ik -vorm + ten / den

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

lachen - lach              
                                 de h staat in 't ex-kofschip

lach+ te - hij lachte/ wij lachten
                            
Staat de laatste letter van de stam in
't ex-kofschip dan moet je -te of -ten gebruiken

Slide 26 - Diapositive

Let op !

Het is nu belangrijk om eerst naar de stam  te kijken


  1. hele werkwoord verhuizen -en  = stam verhuizen
  2. laatste letter van de stam in 't ex-kofschip?: nee
  3. dus de(n)
  4. ik-vorm van werkwoord + uitgang : verhuiSde(n)

Slide 27 - Diapositive

Mijn broer (kleden VT).... zich aan.
A
kleed
B
kleedt
C
kleette
D
kleedde

Slide 28 - Quiz

Hij (fietsen VT) ...... naar huis.
A
fietstte
B
fietsde
C
fietste
D
fietsten

Slide 29 - Quiz

Toen hij het winnende doelpunt maakte, ........ het publiek
A
juigde
B
juichde
C
juigte
D
juichte

Slide 30 - Quiz

Toen de afspraak uitliep, ...... Flip de laatste trein
A
miste
B
mistte
C
misde
D
misdte

Slide 31 - Quiz

Hij (antwoorden VT) ..... snel.
A
antwoorde
B
antwoordde
C
antwoordte
D
antwoortte

Slide 32 - Quiz

Wat is er niet goed aan deze zin?
Wat is er niet goed aan deze zin?

Slide 33 - Diapositive

Welke 2 fouten staan in deze zin?

Slide 34 - Diapositive

Zelfstandig werken 2Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Maken: blz. 152-154, opdracht 1 t/m 4.


Hoe
klassikaal
Tijd
7 minuten
Klaar?
Resultaat

Slide 35 - Diapositive

Zelfstandig werken 2Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Maken: blz. 152-155, opdracht 1 t/m 9.


Hoe
Je mag samenwerken.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 36 - Diapositive