Klas 1 geo 2.3

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

2.3: Stad en Land

Open je Lesboek op blz. 28-29.

Wat gaan we doen?

1. Voorkennis ophalen.
   
2. Leerdoelen.
   
3. Uitleg.
   
4. Check leerdoelen.
   
5. Oefenen.

Welke kleur hoort bij Suburbanisatie?

1. Rood
2. Groen

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

1.  Ken ik het verschil tussen vertrekredenen en vestigingsredenen.
   
2.  Kan ik een voorbeeld geven van een vertrekreden en een vestigingsreden.
   
3.  Ken ik het verband tussen mobiliteit, bereikbaarheid en forens.
   
4.  Ken ik het verband tussen Vinex-wijken, groeikernen en suburbanisatie.

Suburbanisatie - 1

Mensen die in het centrum van de stad woonden, wilden verhuizen.

Ze hadden verschillende vertrekredenen:

• Drukte
• Verkeersoverlast
• Criminaliteit

Suburbanisatie - 2

Ze gingen verhuizen naar een rustige plek, aan de rand van de stad of net buiten de stad.

Ze hadden verschillende vestigingsredenen:

• Groen
• Rust
• Station/snelweg

Wat denk jij dat vestigingsreden betekent?

Suburbanisatie - 2

Ze gingen verhuizen naar een rustige plek, aan de rand van de stad of net buiten de stad.

Ze hadden verschillende vestigingsredenen:

• Groen
• Rust
• Station/snelweg

Waarom had de nieuwe woonplek een station/snelweg in de buurt nodig?

Groeikernen en Vinex-wijken

Wonen op een rustige plek, dat kan in een

groeikern of in een Vinex-wijk.

Groeikern: Gemeente net buiten een grote stad

waar veel grote rijtjeshuizen werden gebouwd.

Vinex-wijk: Wijken met grote rijtjeshuizen die

tegen de stad aan gebouwd werden.

01:16

Waarom werden de Vinex-wijken vlakbij de stad gebouwd?

1. Omdat daar ruimte was.
2. Omdat de mensen daar graag wilden wonen.
3. Omdat mensen dan dichter bij hun werk woonden.
4. Omdat de groeikernen al groot genoeg waren.

Mobilitiet, breikbaarheid, forens.

Mensen die gingen wonen in groeikern Zoetermeer, maar bleven werken in Den Haag, moesten elke dag reizen van huis naar werk en terug.

Iemand die woont op een andere plek dan waar hij werkt, heet een forens.

Je kan alleen forens zijn, als je een groede mobiliteit hebt.

Mobiliteit: hoe makkelijk het voor mij is om me te verplaatsen.

Ook moet de bestemming goed bereikbaar zijn, je moet er elke dag weer makkelijk kunnen komen.

Wat is het verschil tussen mobiliteit en bereikbaarheid?

1. Mobiliteit gaat over mij, bereikbaarheid gaat over een bestemming.
2. Bereikbaarheid gaat over mij, mobiliteit gaat over een bestemming.

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

1.  Ken ik het verschil tussen vertrekredenen en vestigingsredenen.
   
2.  Kan ik een voorbeeld geven van een vertrekreden en een vestigingsreden.
   
3.  Ken ik het verband tussen mobiliteit, bereikbaarheid en forens.
   
4.  Ken ik het verband tussen Vinex-wijken, groeikernen en suburbanisatie.

Vinex-wijk

Groeikern

Bereikbaarheid

Forens

Aan de slag!

Maak in eDition van 2.3 opdracht 1 t/m 8 + 11 af.