spreken 1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 3

Bij een presentatie

1. kijk ik niemand aan.
2. praat ik zacht.
3. sta ik stevig op mijn benen.
4. steek ik mijn handen in mijn broekzakken.

Een presentatie bevat

1. lange zinnen.
2. steekwoorden.

Een presentatie bevat

1. een aandachtstrekker.
2. alleen maar feiten.

opdracht

1. Pak een voorwerp uit de tas. 
2. Bedenk een presentatie van minimaal 1 minuut bij dit voorwerp, wees creatief! Je moet een ander overtuigen zodat ze dit willen kopen.

presenteren

Je presentatie duurt minimaal 1 minuut.

Het examen 

Je bereidt een betoog voor en houdt het betoog voor je groepje van in totaal 3 personen. Aansluitend aan dit betoog voer je een gesprek met je groepsgenoten.

Voorbereiding op het examen 

• Bij de voorbereiding gebruik je een spreekschema. Laat dit spreek-schema voorafgaand aan het examen beoordelen door je docent Nederlands. 
• Ondersteun je betoog met een of enkele visuele hulpmiddelen, bij-voorbeeld een PowerPointpresentatie. et binnen de negen minuten. 

• Je klasgenoten en jouw docent zijn de doelgroep op wie je je richt. Probeer hen te interesseren met je betoog. 
• Je zult tijdens je presentatie niet onderbroken worden. Na afloop van je betoog worden er vragen gesteld of wordt er eventueel kort gediscussieerd. 
  

Wat wil jij nog leren over een betoog presenteren?