Pronouns and to be

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Pronouns zijn persoonlijke voornaamwoorden
A
Waar
B
Niet waar
C
Waar en niet waar
D
Soms wel en soms niet

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Welke pronoun gebruikte Hermione?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Vidéo

Welke pronoun werd er gezongen?
.... don't talk about Bruno
A
He
B
We
C
She
D
They

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Welke pronouns hoorde je net?
........, telling this story or am.........
A
We, they
B
She, he
C
You, we
D
You, I

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Vidéo

Welke pronoun hoorde je nu?
A
I
B
We
C
They
D
You

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

En nu?
A
You
B
I
C
We
D
They

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Vidéo

Welke pronoun gebruikte Peter parker:
........guys are nice
A
I
B
They
C
You
D
me

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

TO BE
Luister nu naar de vormen van to be:
AM
IS
ARE

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Welke vorm van "To be" hoorde je?
I........

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Vidéo

Welke vorm van "to be" hoorde je Hermoine gebruiken.
A
am
B
are not
C
is
D
are

Slide 21 - Quiz

Ik wil vaker een lessonUp doen.
Ja
Nee

Slide 22 - Sondage