1.1 Klimaat en landschap

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 1: 

Verenigde Staten in beeld

§1.1 Klimaat en       landschap

Basisboek:

Wel: B48, B55, B56, B58, B60, B73

Niet: B21, B53, B57, B74

Begrippen:

Theorie: aanlandige wind, aflandige wind, breedteligging, extensieve veeteelt, hooggebergte, hoogvlakte, jaaramplitude, jong gebergte, laagvlakte, landklimaat, lijzijde, loefzijde, middelgebergte, Middellandse Zeeklimaat, oud gebergte, regenschaduw, steppeklimaat, stuwingsregen, woestijnklimaat, zeeklimaat

Basisboek: breedteligging, lijzijde, loefzijde, neerslagfactor, regenschaduw, stuwingsregen, temperatuurfactor, zeestroom

Wat zie je?

Afstand van een plaats tot aan de evenaar

Warm zeeklimaat vanwege de breedteligging!

Er is niet alleen een temperatuursverschil; veel duidelijker is het verschil in neerslag!

Dalende lucht = hoge druk = mooi, helder weer!

(in NL/VS warm in zomer; koud in winter )

Stijgende lucht = lage druk = onrustig weer met (soms) veel wind en met regen

weinig vee per ha

Klimaat-

systeem 

van 

Köppen

f = droge periode 'fehlt' , dus: neerslag in alle jaargetijden

s = sommertrocken; drogere periode in de zomermaanden

w = wintertrocken; droge periode in de winter

     Reliëf en klimaat

Rocky Mountains

Sierra Nevada

Appalachen

Aanlandige wind vanaf de Grote Oceaan. Deze wind wordt gedwongen om te stijgen door de grote gebergten die langs de kust van de V.S. liggen. Het gevolg: Stuwingsregen

Koude wind uit de poolstreek, zorgt voor koude winters in het noorden van de VS.

Warme vochtige wind vanuit de Golf van Mexico, zorgt voor veel neerslag.

Aflandige wind

Coastal Ranges