Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 100 min
Éléments de cette leçon
7.1 Een nieuwe wereldorde
Slide 1 - Diapositive
Je leert in deze paragraaf
_____________________
Slide 2 - Diapositive
Huiswerk bespreken
Hw: opdracht 1 t/m 4
Bespreken
Slide 3 - Diapositive
Opdracht 2
Slide 4 - Diapositive
Opdracht 4
Slide 5 - Diapositive
Lees: De VS als wereldleider
Pagina 91
Slide 6 - Diapositive
De VS als wereldleider
De VS werden na de Tweede Wereldoorlog wereldleider.
De VS kregen grote economische, culturele en militaire invloed op hun bondgenoten en de rest van de wereld.
Vanaf 1980 werden in de VS de tegenstellingen tussen de politieke partijen steeds groter. Welk begrip past daarbij?
polarisatie
Wat was het gevolg van de polarisatie?
De bevolking raakte verdeeld en de VS gingen zich meer op hun eigen land richten, maar de invloed bleef groot.
Slide 7 - Diapositive
Wat is polarisatie?
Slide 8 - Question ouverte
Opdracht
Maak vraag 5 en 6.
5 minuten...
Klaar? Oefen begrippen 7.2
Slide 9 - Diapositive
Lees: De opkomst van China
Pagina 92
Slide 10 - Diapositive
De opkomst van China
Waardoor werd China belangrijker?
Door zijn grote productie.
China probeert wereldleider te worden door:
de bouw van nieuwe verbindingen met de Nieuwe Zijderoute,
de Zuid-Chinese Zee te claimen om aardolie en aardgas te krijgen.
(BRICS Landen)
Slide 11 - Diapositive
Wat zijn BRICS-landen?
A
Landen met snel groeiend klimaat
B
Landen met snel groeiende mensen
C
Landen met snel groeiende omvang
D
Landen met snel groeiende economie
Slide 12 - Quiz
Wat is de Nieuwe Zijderoute?
Slide 13 - Question ouverte
Lees: De opkomst van India
Pagina 93
Slide 14 - Diapositive
De opkomst van India
Ook India is een opkomende economie. Toen na de Tweede Wereldoorlog India onafhankelijk werd, werd de economie door de overheid gestuurd. Waardoor groeide vanaf 1990 de economie?
Er werden meer bedrijven toegestaan.
Slechts een derde deel van de bevolking woont in steden. Het grootste deel is arm. Er is veel inkomensongelijkheid.
Een oneerlijke verdeling van de rijkdom, met erg rijke en erg arme mensen.