uit eten en winkel

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Taaldorp

Unit 3 MYP3

Inquiry questions

What conversation do you have in a restaurant with the waiter or waitress?

What conversation do you have in a shop?

Schedule

• repeat adjectives
• grammar practise
• conversation practise-uit eten in het restaurant

Bijvoeglijke naamwoorden/adjectives

adjectives

De wijn is rood.

De rode wijn. 

De man is dik.

De dikke man.

Adjectives

Een bijvoeglijk naamwoord:

- gives information about the noun it belongs to

- it can be before the noun or behind it

Mijn telefoon is nieuw-Mijn nieuwe telefoon

De som is moeilijk-De moeilijke som

When do you use an -e behind the adjective?

This depends on the article of the noun. A de woord gets an e. 

de hete koffie

de koude thee

de pittige curry

And for a het woord you also add a e when it is 'defined'

het verse broodje

het lekkere bier

But when the article is indefinite you drop the e:

een leuk huis-a nice house

het leuke huis-a nice house

And in the plural always an e:

de leuke huizen

Exception

An undefined het woord gets NO -e:

een lief klein katje

een groot raam

het lieve kleine katje

het grote raam

Practise

https://www.taal-oefenen.nl/taal-groep-7/woordsoorten/bijvoeglijke-naamwoorden/klik-de-bijvoeglijke-naamwoorden-aan-1

Uit eten in een eetcafe

https://www.youtube.com/watch?v=I8Tx4k0eFbE

Task

Groups of 3. Two guests, one ober/serveerster. The ober/serveerster can write down the order on a piece of paper. 

He/she repeats the order. 

You and your friend go for a meal. The ober/serveerster takes your order. Have the meal. Pay for the dinner and leave. 

Naar de winkel

Wat ga je kopen?

Ik koop ......

Ik heb ..... gekocht.

https://wordwall.net/resource/516156/pimpampet

Try to use an adjective in front of your product