A-merk of B-merk? Project gezonde voeding

         Fase 2                                                        
Project gezonde voeding 
 les 4
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

         Fase 2                                                        
Project gezonde voeding 
 les 4

Slide 1 - Diapositive

Boodschappen bestellen
Je gaat vandaag op zoek naar de prijzen van producten. Je gaat uitrekenen hoeveel geld je kwijt bent voor boodschappen.
Hierna gaan we testen welke producten jij zou kiezen!

Slide 2 - Diapositive

Welke supermarkten ken jij?

Slide 3 - Carte mentale

Wat is de goedkoopste supermarkt?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Het kan ook goedkoper 
In plaats van een A-merk kun je ook B-merken kopen. Dit noemen we ook wel huismerken

Dus niet Coca Cola, maar cola van het eigen merk van de Jumbo / Albert Heijn / Plus / Aldi / Lidl 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Is dit een A-merk of B-merk?

Slide 9 - Question ouverte

Is dit een A-merk of B-merk?

Slide 10 - Question ouverte

Noem zoveel mogelijk A-merken

Slide 11 - Carte mentale

Wat moet je doen?
  1. Op de volgende pagina zie je een boodschappenlijstje 
  2. Schrijf de tabel over en vul deze verder in. 
  3. Zoek op internet de prijs van deze producten. 
  4. Je mag zelf kiezen bij welke supermarkt!
  5. Je maakt dus twee lijstjes. 1 van De A-merken en 1 van de B-merken
  6. Wat zou het verschil in prijs zijn?


Slide 12 - Diapositive

Vul zelf de tabel in. Gebruik de Albert Heijn site!

Slide 13 - Diapositive

Upload hier de foto van de ingevulde tabel

Slide 14 - Question ouverte

Wat vond je van het prijsverschil tussen het A- en B-merk?

Slide 15 - Question ouverte

Practicum A- of B- merk
We gaan nu zelf testen of jij het verschil kan proeven tussen een A-merk en een B-merk


Slide 16 - Diapositive

Wat gaan we doen?
1. Vorm een tweetal
2. Bedenk voor jezelf of jij het verschil wel of niet zal opmerken.
3. We gaan 8 producten testen. Je pakt elke ronde het A- en B-merk van 1 product.
4. Een voor een doet de ene zijn ogen dicht en geeft de partner een stukje eten of drinken aan. 
4. Je raad dan of je het A-merk of B-merk hebt geproeft.
5. Heel belangrijk! Hou de scores bij. Hoeveel producten raad jij goed?

Slide 17 - Diapositive

En? Hoe ging het bij jou? Hoeveel had je er goed?
A
Ik had ze alle 8 goed!
B
Ik had er meer dan 6 goed
C
Ik had er meer dan 4 goed!
D
Ik had er minder dan 4 goed!

Slide 18 - Quiz

Stel je krijgt 30 euro om een feestje te geven voor 10 mensen. Welke producten zou je dan kopen? Maak voor jezelf een boodschappenlijstje!
timer
7:00

Slide 19 - Diapositive

Vergelijk nu jouw boodschappenlijstje met die van je buurman/vrouw.

Welke verschillen kan je benoemen?
timer
3:00

Slide 20 - Diapositive

Wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 21 - Question ouverte

einde
EINDE

Slide 22 - Diapositive