H4.8 DEEL 2 meervoud op -en, -ën en -n

Meervoud op -iën, -ieën en -eën
H4.8 Spelling
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Meervoud op -iën, -ieën en -eën
H4.8 Spelling

Slide 1 - Diapositive

Wat is een zelfstandig naamwoord? Noem wat voorbeelden erbij.

Slide 2 - Carte mentale

Meervoud van een zn
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en
  • bord --> borden
  • hond --> honden
  • stoel --> stoelen

Bij deze woorden hoef je alleen maar -en erachter te plakken.

Slide 3 - Diapositive

Veranderen
Soms verandert er meer. Kijk maar:
  • huis --> huizen
  • doos --> dozen
  • zeef --> zeven
  • duif --> duiven
De s of f verandert in een z of v

Slide 4 - Diapositive

Meer of minder
Soms moet je ook letters verdubbelen of verminderen:
  • jas --> jassen
  • potlood --> potloden

Slide 5 - Diapositive

Maar dat wist je al.....

Slide 6 - Diapositive

Doel
Maar wat ga je leren? 

In deze les leer je hoe je zelfstandige naamwoorden in het meervoud schrijft die eindigen op -ie of -ee.

Slide 7 - Diapositive

Regel 1 -eën
1) Als het enkelvoud van het zelfstandig naamwoord op -ee eindigt, dan schrijf je in het meervoud ALTIJD -ËN!
  • zee --> zeeën
  • fee --> feeën
  • ree --> reeën
  • orchidee --> orchideeën

Slide 8 - Diapositive

Regel 2 -iën
Maak het woord langer en luister waar de klemtoon op valt. Valt de klemtoon NIET op de -ie dan schrijf je in het meervoud --iën

  • bacterie --> bacteriën
  • kolonie --> koloniën  

Slide 9 - Diapositive

Regel 3 -ieën
Maak het woord langer en luister waar de klemtoon op valt. Als de klemtoon op de laatste lettergreep valt dan schrijf je in het meervoud -ieën

  • therapie – therapieën
  • calorie – calorieën

Slide 10 - Diapositive

Samengevat
Valt de klemtoon op de -ie
-ieën
Eindigt het enkelvoud op -ee
-eën
Valt de klemtoon NIET op de -ie 
-iën

Slide 11 - Diapositive

Mavo
Lees je nog in over de verkleinwoorden!
(boompje, traantje, baby'tje, omaatje)

Voor alle verkleinwoorden geldt dat het lidwoord 'het' is.

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag
H4.8 Spelling
bk:  7 t/m 9, 11 + Test Jezelf
kgt: 8 t/m 12, 14 + Test Jezelf
mavo: 9 t/m 13  + Test jezelf



timer
1:00
Klaar? 
Oefenen met de pv in v.t. 
Maak: https://www.jufmelis.nl/werkwoordspelling/pv-verleden-tijd-enkelvoud/pv-vt-enkelvoud-1 

Slide 13 - Diapositive