Vraag en aanbod H4 Duurzaam produceren

Vraag en aanbod H4 Duurzaam produceren
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Vraag en aanbod H4 Duurzaam produceren

Slide 1 - Diapositive

Externe effecten
  • Een externe effect is een onbedoelde bijwerking van productie of consumptie die de welvaart van een ander dan de veroorzaker beïnvloedt.

  • Bij een positief extern effect neemt de welvaart van de externe partij toe. 
  • Bij een negatief extern effect daalt de welvaart van de externe partij.

Slide 2 - Diapositive

Voorbeelden externe effecten
  • negatief extern effect is ‘milieuvervuiling bij productie’. Door de milieuvervuiling van een producent daalt de welvaart van anderen.

  • negatief extern effect is het vandalisme rond voetbalwedstrijden. De kosten van politie, de kosten van het opruimen van rommel en de schade die ontstaat zijn allemaal niet in prijs van de kaartjes meegenomen.

  • Het meeluisteren naar de muziek van je buren als je in de tuin zit kan zowel positief als negatief zijn. Als je het rotmuziek vindt is het negatief. Het wordt echter een positief extern effect als je het leuke muziek vindt.

Slide 3 - Diapositive

Wat is geen voorbeeld van een extern effect?
A
Rommel na het concert in de ZiggoDome
B
Bouw van een nieuw stadsplein
C
Rommel na een wedstrijd van FCT buiten het stadion
D
Uitstoot van de fabriek van Tata-steel

Slide 4 - Quiz

Maatschappelijke kosten
  • Bestaan uit de som van de private kosten en de kosten van externe effecten.
  • Huidige en/of toekomstige belastingbetalers en werknemers betalen de rekening.

Slide 5 - Diapositive

MVO
  • MVO= maatschappelijk verantwoord ondernemen.

  • People, planet en profit; bedrijven streven naar winst maar houden daarbij rekening met het effect van hun activiteiten op mens en milieu.

Slide 6 - Diapositive

4.1.3 Circulaire economie
  • Alle grondstoffen worden hergebruikt;
  • huidige productie gaat niet ten koste van toekomstige productiemogelijkheden.
Donuteconomie
Kate Raworth

Slide 7 - Diapositive

Circulaire economie 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Heffingen en subsidies
Via heffingen, zoals BTW, accijns en subsidies, beïnvloedt de overheid de prijzen.
Heffingen: schadelijke producten worden belast met een heffing (accijns); een kostenverhogende belasting.
Subsidies: hiermee wil de overheid de prijzen verlagen zodat het product meer gekocht wordt.

Slide 10 - Diapositive

Afwentelen
Het afwentelingspercentage geeft aan hoeveel procent van de heffing wordt afgewenteld op de consument.

Slide 11 - Diapositive

Maak Opdracht 4.5
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

4.5 a
a. leveringsbereidheid = producent = Qa
Qa= 0 uitrekenen
0,2P-2=0
0,2P=2
P= €10,-

Slide 13 - Diapositive

4.5 b
b.  Qa=Qv
0,2P-2=-0,2P+8
0,4P=10
P= €25,-
P invullen in Qa of Qv
0,2 x15-2= 3 (x 100.000)
Q=300.000 stuks
Omzet= pxq= 25 x 300.000=€7.500.000,-

Slide 14 - Diapositive

4.5 c
c.  Teken Qa en Qv

Slide 15 - Diapositive

uitwerking 4.5 c t/m e
Door heffing is kostprijs hoger

Slide 16 - Diapositive

Afwentelingspercentage
Door heffing van 10,- stijgt evenwichtsprijs van 25,- naar 30,-
Aanbieders kunnen dus maar 5,- doorberekenen aan vragers.

Slide 17 - Diapositive

Afwentelingspercentage
Door heffing van 10,- stijgt evenwichtsprijs van 25,- naar 30,-
Aanbieders kunnen dus maar 5,- doorberekenen aan vragers.

Slide 18 - Diapositive

Nieuwe aanbodfunctie door heffing
Door heffing van 10,- stijgt evenwichtsprijs verandert aanbodfunctie door
P vervangen door: 
(P-heffing)
.
Qa=0,2P-2
Qa"= 0,2(P-10)-2
Qa'= 0,2P-2-2= 0,2P-4

Slide 19 - Diapositive

Heffing
Subsidie
Bij vrager 
(Qv)
P vervangen door:
(P+heffing)

P'=P+heffing
P vervangen door: (zie volgende sheet)
(P-subsidie)
P'=P-subsidie
Bij aanbieder
(Qa)
P vervangen door: (opdracht 4.5)
(P-heffing)
P'=P-heffing
P vervangen door:
(opdracht 4.9)
(P+subsidie)
P'=P+subsidie
Samenvatting 

Slide 20 - Diapositive