Debatteren

• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Debatteren

HET DEBAT

1. Het debat is geen discussie

2. Het debat is een "wedstrijd"

3. Het draait om een prima stelling

4. Argumentatie speelt een belangrijke rol

5. Er is een strakke tijdsplanning

6. De presentatie is belangrijk (hoe je iets zegt)

7. De partij die de jury/rechter weet te overtuigen, wint

HOE GAAN WE TE WERK?

ER=r zijn twee partijen: twee voorstanders en twee tegenstanders

- voorstander 1 en tegenstander 1 doen hun eigen opzetbeurt

- voorstander 2 en tegenstander 2 doen hun eigen 

   verweerbeurt

Twee partijen

INDELING VAN ELKE BEURT

RONDE 1; opzetbeurt voorstanders ( 4 minuten)

                     DOEL: het publiek en de jury moeten ervan 

                     overtuigd worden dat de verdachte niet schuldig is.

RONDE 2; tegenargumenten laten horen en weerleggen van de                        argumenten van de voorstanders.

ELEMENTEN

De opzetbeurten hebben de volgende elementen:

a) opening

b) inleiding

c) stelling

d) uitleg van toelichting op de stelling

e) hoofdargumenten en onderbouwing

f) samenvatting en afrondende slotzin

Verweerbeurt voorstanders

DOEL: het weerleggen van de argumenten van de tegenstanders.

Verweerbeurt tegenstanders

DOEL: weerleggen van de argumenten van de voorstanders.

Slotbeurt

SLOTBEURT

Slotbeurt tegenstanders: aangeven waarom de rechter de gedaagde moet veroordelen,

Slotbeurt voorstanders: aangeven waarom de rechter de gedaagde moet vrijspreken.

De kunst van het overtuigen

* spreek meeslepend en overredend

* geef goede argumenten

* gebruik eventueel humor

VONNIS