Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
mercredi 22 septembre
BONJOUR
1 / 39
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
39 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
BONJOUR
Slide 1 - Diapositive
Doelen van deze les
- Je gaat oefenen met de regelmatige werkwoorden op -er, -ir en -re in de présent (t.t)
- Je gaat oefenen met zinnen maken (toepassing van woorden en de ww)
Slide 2 - Diapositive
Regelmatige ww op er, ir en re
- tijd: le présent
Slide 3 - Diapositive
Wat is de présent?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooid tegenwoordige tijd
D
toekomende tijd
Slide 4 - Quiz
Présent
Slide 5 - Diapositive
WW op ER
e
ons
e
es
ez
ent
Nous + stam-
Vous + stam-
Ils/elles + stam-
Je + stam-
Tu + stam-
Il/elle/on + stam-
Slide 6 - Question de remorquage
Regelmatige ww
op -IR présent
Je
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
ISSONS
ISSEZ
ISSENT
IT
IS
IS
Slide 7 - Question de remorquage
le présent
-RE
je vend
tu vend
il/elle/on vend
nous vend
vous vend
ils/elles vend
s
ons
ez
ent
s
Slide 8 - Question de remorquage
Hoe vorm je een regelmatig ww op -er in de présent
A
- er + uitgangen
B
heel ww + uitgangen
Slide 9 - Quiz
-e, -es, -e, -ons, -ez, -ent
dit zijn uitgangen van
A
De présent van ww op -ir
B
De présent van ww op -er
C
De présent van ww op -re
D
De présent van ww op -en
Slide 10 - Quiz
WW -er présent :
Welke vorm is juist?
A
il travailles
B
elle habitent
C
tu aimes
D
nous regardez
Slide 11 - Quiz
WW -er présent :
Welke vorm is juist?
A
j´écoute
B
j´ecoutes
C
tu écoute
D
tu écoutons
Slide 12 - Quiz
-is, -is, -it , -issons, -issez, -issent
dit zijn uitgangen van
A
De présent van ww op -ir
B
De présent van ww op -er
C
De présent van ww op -re
D
De présent van ww op -en
Slide 13 - Quiz
-is / -is / -it / -issons / -issez / -issent
kunnen de uitgangen zijn van de présent van de ww
A
rencontrer
B
choisir
C
perdre
D
finir
Slide 14 - Quiz
WW -ir présent :
Welke vorm is juist?
A
il choisit
B
nous choisissent
C
vous choisit
D
ils choississez
Slide 15 - Quiz
WW -ir présent :
Welke vorm is juist?
A
je finis
B
je choisit
C
tu finissons
D
tu choisissez
Slide 16 - Quiz
Wat zijn de juiste uitgangen van de regelmatige ww. op RE (présent)
A
s, s, e, ons, ez, ent
B
s, s, t, ons, ez, ent
C
s,s, - , ons, ez, ent
D
s, s, -, ons, ez, ont
Slide 17 - Quiz
C. Grammaire - de ww op -er en -ir
1. elles (choisir)
Slide 18 - Question ouverte
C. Grammaire - de ww op -er en -ir
2. Marc (finir)
Slide 19 - Question ouverte
C. Grammaire - de ww op -er en -ir
3. ils (parler)
Slide 20 - Question ouverte
C. Grammaire - de ww op -er en -ir
4. nous (entrer)
Slide 21 - Question ouverte
C. Grammaire - de ww op -er en -ir
5. tu (aimer)
Slide 22 - Question ouverte
C. Grammaire - de ww op -er en -ir
6. nous (finir)
Slide 23 - Question ouverte
Regelmatig ww op -re.
Nous ___ nos vêtements
A
vend
B
vends
C
vendent
D
vendons
Slide 24 - Quiz
C. Grammaire - de ww op -re
7. ils (répondre)
Slide 25 - Question ouverte
C. Grammaire - de ww op -re
10. j´(entendre)
Slide 26 - Question ouverte
C. Grammaire - de ww op -re
11. il (attendre)
Slide 27 - Question ouverte
Hoe gaat het maken van de présent van de regelmatige ww?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 28 - Sondage
Hoe maak je een eenvoudige zin in het Frans?
Slide 29 - Carte mentale
Vertaal deze zin:
Je fixe un rendez-vous.
Slide 30 - Question ouverte
Vertaal deze zin:
Il finit un devoir.
Slide 31 - Question ouverte
Vertaal deze zin:
Nous choisissons les affaires.
Slide 32 - Question ouverte
Vertaal deze zin:
Ils attendent seulement le vainqueur. (attendre=wachten op)
Slide 33 - Question ouverte
Vertaal deze zin:
Jij trapt op de tenen.
Slide 34 - Question ouverte
Vertaal deze zin:
Jullie onderzoeken het grote brein.
Slide 35 - Question ouverte
Vertaal deze zin:
Zij kiest de benzine.
Slide 36 - Question ouverte
Vertaal deze zin:
Wij horen een schot. (horen=entendre)
Slide 37 - Question ouverte
Maak een Franse zin met behulp van de woorden uit chapitre 2 en een ww op er, ir, re.
Slide 38 - Carte mentale
Maintenant
-Notez les devoirs:
Travaillez sur votre album photo
Apprendre les mots de la leçon 3
Slide 39 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Présent ER, IR, RE exercices
Août 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
Havo 3 ww op -ER-IR-RE in verschillende tijden
Juin 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Havo 2 ww op -ER-IR-RE in verschillende tijden
Mai 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Havo 2 ww op -ER-IR-RE in verschillende tijden
il y a 11 jours
- Leçon avec
29 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H.S. 2ème classe, révision grammaire chapitres 5 et 6
Juin 2020
- Leçon avec
42 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
3A les 12
Octobre 2020
- Leçon avec
27 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Regelmatige werkwoorden in het Frans
Septembre 2020
- Leçon avec
25 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
La grammaire H4
Juin 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4