EHBO toetsvragen

EHBO toetsvragen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EHBO toetsvragenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

EHBO toetsvragen

Slide 1 - Diapositive

rautekgreep
A
zorgt ervoor dat iemand niet stikt
B
dat je iemand goed op de rug legt
C
zorg ervoor dat hij snel wordt verplaatst
D
wordt alleen bij nood toegepast

Slide 2 - Quiz

kinlift
A
zorgt ervoor dat iemand vrij kan ademen
B
zorgt ervoor dat de tong niet voor de luchtpijp gaat zitten
C
zorgt ervoor dat je weet dat hij reageert
D
is nodig om te weten of hij bij bewustzijn is

Slide 3 - Quiz

reanimatie dwz..... (volw)
meerdere antwoorden mogelijk
A
30x borstcompressies
B
15 x borstcompressies
C
2x beademen
D
5 x beademen

Slide 4 - Quiz

heimlichgreep(buikstoot)

meerdere antw . mogelijk

A
5 x klappen tussen de longen geven
B
5x klappen tussen de schouderbladen geven
C
eerst laten kuchen
D
altijd eerst 112 bellen

Slide 5 - Quiz

Als iemand buiten bewustzijn is, maar een normale ademhaling heeft. Hoe leg je het slachtoffer dan neer?
A
met de benen recht omhoog
B
In de rugligging
C
In de stabiele zijligging
D
Op zijn buik

Slide 6 - Quiz

Wat is de 1e basisregel bij EHBO?
A
Ga na wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert
B
Zorg voor professionele hulp
C
Let op gevaar
D
Stel het slachtoffer gerust

Slide 7 - Quiz

Je mag de reanimatie stoppen als:
A
je tekenen van leven ziet
B
de AED zegt dat je los moet laten
C
een arts zegt dat je mag stoppen
D
als je het echt niet meer kunt volhouden

Slide 8 - Quiz

Wat is reanimatie?
A
Opheffen van hartstilstand
B
Overnemen van pompfunctie van hart
C
Zuurstoftransport opgang houden
D
Combinatie van hartmassage en beademen

Slide 9 - Quiz

Je kunt alleen pas iemand een wond verbinden als je EHBO hebt gehad
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Wat is reanimatie
A
Kunstmatig overnemen van ademhaling
B
Kunstmatig overnemen van bloedsomloop
C
Beide

Slide 11 - Quiz

Waarop ligt de nadruk bij reanimatie?
A
Beademen
B
Borstcompressies
C
Bewustzijn controleren
D
Bloedsomloop controleren

Slide 12 - Quiz

volwassen reanimatie
A
30 borstcompressies 5 beademingen
B
5 beademingen 15 borstcompressies
C
15 borstcompressies 2 beademingen
D
30 borstcompressies 2 beademingen

Slide 13 - Quiz

Bij reanimatie houd je het volgende aan ...
A
borstcompressies max 100/min en beademen max 5 sec
B
borstcompressies max 100/min, beademen max 10 sec
C
borstcompressies max 120/min, beademen max 5 sec
D
borstcompressies max 120/min, beademen max 10 sec

Slide 14 - Quiz

Een wonddrukverband wordt toegepast(meerdere antwoorden mogelijk)
A
bij brandwonden
B
bij slagaderlijke bloedingen
C
bij grote wonden
D
bij snijwonden

Slide 15 - Quiz

reanimatie covid manier is.....
A
geen beademingen toepassen
B
wel kinlift
C
handschoenen dragen
D
geen kinlift

Slide 16 - Quiz

Verbinden met een ideaal zwachtel is altijd..........
A
naar het hart toe
B
van beneden naar boven en weer terug
C
van het hart af
D
alleen naar boven en niet weer terug

Slide 17 - Quiz