HERHALING VOOR PW HFST 3

3.1 Soorten water
Leerdoelen
1. Je kan uitleggen waarom water onmisbaar is voor mensen dieren en planten
2. Je kunt vier soorten water beschrijven
3. Je kan voorbeelden noemen waarvoor je water gebruikt
4. Je kunt benoemen welke bedrijven nodig zijn om ervoor te zorgen dat er drinkwater uit de kraan komt
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

3.1 Soorten water
Leerdoelen
1. Je kan uitleggen waarom water onmisbaar is voor mensen dieren en planten
2. Je kunt vier soorten water beschrijven
3. Je kan voorbeelden noemen waarvoor je water gebruikt
4. Je kunt benoemen welke bedrijven nodig zijn om ervoor te zorgen dat er drinkwater uit de kraan komt

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit hoeveel bestaat jouw lichaam uit water?
A
1/3
B
1/2
C
2/3
D
1/4

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit hoeveel procent bestaat de de aarde uit water?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Planeet Aarde
de aarde bestaat voor 70% uit water

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar?
Meerendeel van dat water is zoutwater
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2 bedrijven zorgen ervoor dat jij water uit je kraan krijgt. Koppel de taak bij het bedrijf
Waterbedrijf
Installatiebedrijf
legt waterleidingen
verzorgt het drinkwater

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Kan je al het kraanwater ter wereld drinken?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppel het soort water met het juiste plaatje
oppervlaktewater
Grondwater
Regenwater
zeewater

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

3.2 Fasen van water
1. Je kan de drie fase van water benoemen
2. Je kan beschrijven wat er gebeurt als water bevriest
3. Je kan beschrijven wat er gebeurt als water verdampt of condenseert
4. Je kan beschrijven wat stoom is. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke fases kunnen stoffen hebben?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschijningsvormen van water
vaste fase
vloeibare fase
gas fase
Kan het zien en vasthouden
kan het zien
kan het niet zien of vasthouden

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ken je de faseovergangen nog?
vast
vloeibaar
gas
verdampen
condenseren
stollen
smelten

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke geeft de juiste de faseovergang van nummer 1 en 2 weer?
A
1 = smelten; 2 = stollen.
B
1 = vervluchtigen; 2 = rijpen.
C
1 = verdampen; 2 = rijpen.
D
1 = rijpen; 2= vervluchtigen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

condenseren
  • als warme lucht neerslaat op een koud voorwerp dan gaat het condenseren.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het vriest buiten. Vier mensen stappen in een auto. Nog voor dat de chauffeur weg kan rijden beslaan de ramen. Hoe komt dat?
A
De uitgeademde waterdamp condenseert tegen het koude glas
B
De uitgeademde waterdamp solt tegen het koude glas
C
Het glas van een auto beslaat wordt altijd nat als mensen instappen
D
Toen de autodeur open ging kwam er water mee naar binnen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de toestanden naar de juiste soort fase
Vast
Vloeibaar
Gas
Condens
druppels
hagel
ijs
sneeuw
stoom
water

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

3.3 Smeltpunt en kookpunt
1. je kan uitleggen waarvoor je een thermometer gebruikt
2. je kan de eenheid van temperatuur noemen
3. je kan de onderdelen van een thermometer benoemen
4. je kan uitleggen hoe een vloeistof thermometer werkt
5. je kan het kookpunt, vriespunt en smeltpunt van water beschrijven

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar gebruiken we thermometers voor?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom gebruiken we een thermometer?
Tempratuur meten van individu, water of omgeving


Slide 20 - Diapositive

Wij zetten de focus op lichaamstempratuur
wat is de temperatuur?
A
38,3 C
B
38,8 C
C
38,6 C

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de eenheid van temperatuur
A
C
B
m/s
C
sec
D
volt

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de naam van het onderdeel?
Waarmee is de thermometer gevuld?
Of
Reservoir
Water
Alcohol
Opslag
Thermobuis
Stijgbuis
Meterbuis

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar?
smeltpunt en vriespunt van water is dezelfde temperatuur
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

kookpunt van water is?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

3.4 water als oplosmiddel
1. Je kan uitleggen wat het verschil is tussen een mengsel en een zuivere stof . 
2. je kan uitleggen wat een oplossing is
3. je kan voorbeelden noemen van een oplossing
4. je kan drie manieren opnoemen waardoor je iets sneller kan oplossen

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuivere stof of mengsel?
mengsel
zuivere stof
bronwater
zeewater
gedestilleerd water
coca-cola
zuurstof
suiker
rivierwater

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuivere stof/ mengsel
Zuivere stof
Eén soort stof
Mengsel
Twee of meer stoffen

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oplossing
Een oplossing is altijd helder

Opgeloste stof en oplosmiddel

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een suspensie is .....
A
Helder
B
Troebel

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oplossing
Suspensie

Slide 31 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Snel oplossen 
Warm oplosmiddel
Door te roeren
op te lossen stof heel fijn maken

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samir en paul maken een kop thee. Samir stopt een suikerklontje direct in het hete water. Paul wacht tot het water is afgekoeld. Wiens suikerklontje lost eerder op?
A
die van satire
B
die van paul
C
beide lossen tegelijk op
D
het maakt niet uit

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

3.5 stoffen scheiden
1. Je kan beschrijven wat er gebeurt bij bezinken
2. je kan beschrijven wat er gebeurt bij filtreren
3. je kan beschrijven wat er gebeurt bij indampen

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doen we bij scheiden
A
stoffen kapot maken
B
Stoffen uit elkaar halen
C
Stoffen sorteren

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Scheiden van een suspensie
Suspensie kun je laten bezinken 
Het vuil zakt naar de bodem.

Scheidingsmethodes:
  • Bezinken + Afgieten



Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Filtreren
  • Scheidingsmethode:  Filtreren
  • Stofeigenschap:           Deeltjesgrootte 
  • Soort mengsel:              Suspensie

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indampen
  • Scheidingsmethode: Indampen

  • Stofeigenschap: Kookpunt

  • Soorten mengsels: - Oplossingen

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Destileren

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bezinken
Destilleren
Indampen
Filtreren

Slide 40 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn er nog vragen?
oefen de flitskaarten

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions