Ec. Bekeken. 2TH:2.5

§2.5 De drukkerij
Begrippen:
-Arbeidsomstandigheden
-Arbowet
-Arbeidsmotieven
-Voltijdbaan
-Deeltijdbaan
-Arbeidsproductiviteit
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

§2.5 De drukkerij
Begrippen:
-Arbeidsomstandigheden
-Arbowet
-Arbeidsmotieven
-Voltijdbaan
-Deeltijdbaan
-Arbeidsproductiviteit

Slide 1 - Diapositive

Hoe denk jij later aan werk te komen?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Vidéo

Arbeidsmotieven

Arbeidsmotieven = redenen om te werken


  • Geld verdienen
  • Nuttig of zinvol bezig zijn
  • Contacten met anderen

Slide 4 - Diapositive

Voltijd of deeltijdbaan
Deeltijdbaan
Voltijdbaan
  • Fulltimebaan
  • Parttimebaan
  • 36-40 uur per week
  • minder dan 36 uur per week

Slide 5 - Diapositive

Arbowet
Arbeidsomstandigheden met regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.

Slide 6 - Diapositive

De arbowet
Wat betekent arbo? --> arbeidsomstandigheden
Wat staat er in:
- regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.

Voorbeelden:
Een lasser moet een lashelm dragen
Wie kan er een voorbeeld noemen?

Slide 7 - Diapositive

Arbeidsomstandigheden

Slide 8 - Diapositive

Arbeidsproductiviteit
Arbeidsproductiviteit is de productie per werknemer in een bepaalde tijd.

Bedrijven willen het liefst een zo hoog mogelijke arbeidsproductiviteit.

Hoe hoger de arbeidsproductiviteit, hoe lager werkgelegenheid

Slide 9 - Diapositive

Leren solliciteren #1

Slide 10 - Diapositive

Soorten banen
Je kunt in Nederland VOLTIJD en DEELTIJD werken.

-deeltijdbaan (parttime) -> je werkt MINDER dan 36 uur per week.  (zoals Mevr. ?)
-voltijdbaan (fulltime) -> je werkt volledig 36 of meer uur per week. (zoals ?)

Slide 11 - Diapositive

Arbeidsproductiviteit
Wat een persoon kan produceren in een bepaalde tijd

Formule voor arbeidsproductiviteit

Productie : gewerkte tijd = arbeidsproductiviteit

Slide 12 - Diapositive

Arbeidsproductiviteit neemt toe door goede scholing.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Peter werkt 32 uur per week, wat voor soort baan heeft Peter?
A
Flexibele baan
B
Voltijdbaan
C
Deeltijdbaan
D
Tijdelijke baan

Slide 14 - Quiz

Hoeveel uur in de week werk je minimaal als je een voltijdbaan hebt?
A
34
B
36
C
38
D
40

Slide 15 - Quiz

Wat is de arbeidsproductiviteit?
A
Productie per werknemer in een bepaalde tijd
B
Hoeveel de arbeider werkt.

Slide 16 - Quiz

Redenen om te willen werken noem je..
A
Arbeidsredenen
B
Arbeidsoverweging
C
Arbeidsaanleiding
D
Arbeidsmotieven

Slide 17 - Quiz

Wat is de arbowet?
A
Wet met regels voor werk- en rusttijden.
B
Wet met regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.
C
Tijd tussen het moment waarop je ontslag neemt of krijgt en de einddatum van je baan.
D
Het juiste antwoord staat er NIET bij

Slide 18 - Quiz