Hoe schrijf ik een verslag ?

Lezen....
timer
10:00
timer
10:00
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lezen....
timer
10:00
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

H3.4 Schrijven

Verslag schrijven

Slide 2 - Diapositive

Doel van deze les:

Aan het eind van deze les kan ik vertellen hoe je een verslag kan schrijven met behulp van het stappenplan.

Slide 3 - Diapositive

Op welke vragen geeft de
"5W1H- methode" antwoord?

Slide 4 - Carte mentale

Stappenplan voor het schrijven van een verslag
Hoe lukt het mij om een goed en duidelijk verslag te schrijven? 

Slide 5 - Diapositive

Stap 1: 
Voor wie schrijf je het ?
Wie gaat het lezen?
Waarom?
Wat wil je gaan vertellen?
Waarom?

Slide 6 - Diapositive

Stap 2:  Hoe moet het eruit zien?
Dit klinkt bekend, maar pas op!
Dit is niet de werkvolgorde.

Stap 2:
Hoe moet het verslag er aan het eind uitzien?

  1. Titel
  2. Inleiding
  3. Kern
  4. Slot

Slide 7 - Diapositive

Stap 3: Het schrijven
1. Kern: wie; wat; waar; wanneer; waarom; hoe
2. Slot: conclusie/ samenvatting
3. Inleiding: introductie van je verslag/ korte opwarmer.
4. Titel : opvallend/ aantrekkelijk!
5. Voornaam + achternaam + klas

Slide 8 - Diapositive

kern
Wie? 
Wat?
Waar?
Waarom?
Wanneer?
Hoe?

Slide 9 - Diapositive

Slot
In het slot schrijf je wat je ervan vond.  


Slide 10 - Diapositive

Inleiding
De inleiding is best  belangrijk.  
Je vertelt kort waar het verslag over gaat. 
Maar je schrijft dit stukje pas als je de rest klaar hebt, want dan weet je precies wat je al in je verslag hebt.

Slide 11 - Diapositive

De Titel
Boven het verslag schrijf je een goede titel. 
Dit doe je pas als je alles klaar hebt!
Dit trekt de aandacht van je lezer/publiek.

Slide 12 - Diapositive

Uit hoeveel stappen bestaat het
'schrijfstappenplan?'
A
3
B
5
C
4
D
2

Slide 13 - Quiz

Met welke stap begin je in je stappenplan?
A
inleiding
B
titel
C
slot
D
kern

Slide 14 - Quiz

Op welke vragen geef je antwoord in de kern?
A
Weet ik niet?
B
Je moet........
C
Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom, Hoe
D
Wat moet je !

Slide 15 - Quiz

Wat schrijf je in het slot?
A
Korte samenvatting
B
Conclusie
C
Hartelijke groeten
D
Korte samenvatting of conclusie

Slide 16 - Quiz

opdracht :
Je gaat de komende weken werken aan het schrijven van verslagen:

1). Verslag van je hobby 
2). Verslag over iets wat je zelf mag bepalen.

Slide 17 - Diapositive

Aan de slag!

Maak van H3.4 Schrijven blz. 164 t/m 167 opdr. 1 t/m 9 
Klaar? Maken: blz. 168 en 169 opdr. 10 t/m 14
Afspraken tijdens het zelfstandig werken: 
1. Als je iets niet snapt, mag je je schoudermaatje vragen. Doe dit zachtjes.
  1. Kom je er samen niet uit, dan steek je je vinger op. Je gaat ondertussen verder met de volgende opdracht. 
3.Tijdens mijn ‘service-rondje’ probeer ik je te helpen.
timer
20:00

Slide 18 - Diapositive

Wat heb je van deze les geleerd?

Slide 19 - Question ouverte


Waarbij helpen de schrijfvragen
jou?
A
Bij het schrijven van een goede inleiding.
B
Bij het schrijven van een verslag.
C
Bij het schrijven van een goed slot.
D
Bij het schrijven van een gedicht.

Slide 20 - Quiz

Verslag

Slide 21 - Carte mentale