Zakelijke e-mail

Schrijfvaardigheid/zakelijke e-mail

Taalgebruik
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Schrijfvaardigheid/zakelijke e-mail

Taalgebruik

Slide 1 - Diapositive

Doel van deze les

Je weet wat formeel en informeel taalgebruik is.
Je weet welk taalgebruik past bij een persoonlijke e-mail.
Je weet welk taalgebruik past bij een zakelijke e-mail.

Slide 2 - Diapositive

Zakelijke e-mail?

Slide 3 - Carte mentale

Formeel taalgebruik
Net taalgebruik = Algemeen Nederlands.

Zoals het hoort, netjes.

Zakelijke e-mail.

Slide 4 - Diapositive

Informeel taalgebruik
Informeel taalgebruik is wat 'losser'.

Zoals je tegen je ouders of vrienden praat.

Persoonlijke e-mail.


Slide 5 - Diapositive

Formeel
U
Geachte heer/mevrouw,
Hoogachtend,
Met vriendelijke groet,
meedelen
wellicht
verzoeken
tot onze spijt/helaas

Informeel
jij, je, jou
Hoi Els,
Mazzel!
Groetjes,
vertellen
misschien
vragen
sorry/jammer

Slide 6 - Diapositive

Zakelijke e-mail
- Je gebruikt formeel taalgebruik
- Aanhef (hoe je iemand aanspreekt): 'Geachte meneer Bakker'
- Je spreekt iemand aan met u. Bijvoorbeeld: Ik kan helaas niet op de training komen, wilt u dit doorgeven aan het team? <-- vergelijking: zoals je tegen mij zou praten!
Afsluiting: Met vriendelijke groet, 
Voornaam en achternaam



Slide 7 - Diapositive

Indeling
Aanhef.
Inleiding: Waarom je schrijft.
middenstuk: Wat je van de ander wilt of wilt vragen.
Slot: Spreek een wens of verwachting uit
Slotgroet.
Voornaam en achternaam.

Slide 8 - Diapositive

Taalgebruik
formeel en informeel

Slide 9 - Diapositive


Je stuurt een berichtje naar een klasgenoot van de basisschool.
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 10 - Quiz


Je stuurt een berichtje aan je docent.
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 11 - Quiz


Je stuurt een berichtje naar een arts in het ziekenhuis.
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 12 - Quiz


Je stuurt een berichtje naar jouw opa of oma.
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 13 - Quiz


Je stuurt een berichtje naar de vader van klasgenoot
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 14 - Quiz

Voorbeeld e-mail
Lees de e-mails. Wat voor soort e-mails zijn dit eigenlijk?

Slide 15 - Diapositive

E-mail 1
Jooo Anne Vogel,

Alles ok met je? Ik moet je iets vragen. Wil jij me helpen bij het leren voor de wiskundetoets volgende week? Ik vind wiskunde zo moeilijk! En stuur me dan ook even jouw aantekeningen, oké?
Hoor van je.

Laterzzzzzzz 

Robin Hoekstra

Slide 16 - Diapositive

Wat voor soort e-mail was dit en waar zag je dit aan?

Slide 17 - Question ouverte

E-mail 2
Geachte mevrouw Domante,

Ik vind het niet prettig dat we tijdens de pauze niet van het plein af mogen. Kunt u dit eventueel oplossen?

Met vriendelijke groet, 

Robin Hoekstra

Slide 18 - Diapositive

Wat voor soort e-mail was dit en waar zag je dit aan?

Slide 19 - Question ouverte

Opdracht
Straks krijg je een aantal dia's te zien. Deze zinnen zijn allemaal informeel (zoals je naar een vriend of vriendin schrijft). Jij moet ervoor zorgen dat je deze zinnetjes op een nette manier (formeel/zakelijk taalgebruik) aanpast.

Slide 20 - Diapositive

"Jooo Anne Vogel," wordt...

Slide 21 - Question ouverte

"Wil jij me helpen bij het leren voor de wiskundetoets volgende week?" wordt ...

Slide 22 - Question ouverte

"En stuur me dan ook even jouw aantekeningen, oké?" wordt...

Slide 23 - Question ouverte

"Hoor van je." wordt...

Slide 24 - Question ouverte

"Laterzzzzzz" wordt...

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Vidéo

Opdracht
Schrijf een zakelijke e-mail. Dit is de situatie: 
Je stuurt je docent (mevrouw Domante) over de toets van vorige week. Je bent van mening dat de toets veel te moeilijk was en dat er vragen in kwamen die tijdens de les niet behandeld werden. Je vraagt je af of er een herkansing gedaan kan worden voor deze toets.
Denk aan de juiste opbouw van je e-mail en schrijf ongeveer 60 woorden.


Slide 27 - Diapositive

Als je eerder klaar bent:
Werk achterin je boek of online in Nieuw Nederlands aan de opdrachten van Poëzie en Fictie.

Slide 28 - Diapositive