Les 2: Leestekens (punt, komma, puntkomma en dubbele punt)


  • Telefoons in de telefoontas.
  • Pak je boeken voor je.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


  • Telefoons in de telefoontas.
  • Pak je boeken voor je.

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
- 10 minuten lezen
- Uitleg
- Aan de slag
- Huiswerk en afsluiting


Slide 2 - Diapositive

Lezen
  • Tijd: 10 minuten
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Lesdoel
  • Je kunt de volgende leestekens op een juiste manier gebruiken: punt, komma, puntkomma en dubbele punt. 

Slide 4 - Diapositive

Dubbele punt
  • Voor een opsomming (In mijn etui zit: een pen, een gum, een potlood en een geodriehoek.)

Slide 5 - Diapositive

Komma
  • In opsommingen (In mijn etui zit: een pen, een gum, een potlood en een geodriehoek.)
  • Let op: je zet geen komma voor 'en' en 'of'.

  • Tussen twee persoonsvormen (Toen ze thuiskwam, ging ze op de bank zitten.)


Slide 6 - Diapositive

Komma
  • Voor verbindingswoorden (maar, nadat, omdat, want, terwijl) (Hij gaat met de bus, want het regent.)

  • Voor een zin dat geen zelfstandige zin is (Wij hebben een fijne vakantie gehad, die bovendien lekker lang duurde.)

Slide 7 - Diapositive

Puntkomma
  • Bij een belangrijk verband tussen de delen voor en na de puntkomma (We stonden vroeg op; we hadden een lange reis voor de boeg.)

  • We stonden vroeg op, want we hadden een lange reis voor de boeg. 

Slide 8 - Diapositive

Aan de slag
Wat: startopdracht, opdracht 1 en 2 (blz. 34 en 35)
Hoe: zelfstandig
Hulp: kom vooraan bij het bureau zitten
Tijd: 5 minuten
timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag
Wat: startopdracht, opdracht 1 en 2 (blz. 34 en 35)
Hoe: zelfstandig
Hulp: kom vooraan bij het bureau zitten of overleg met je degene die naast je zit
Tijd: tot het einde van de les

Klaar: Lezen in je leesboek

Slide 10 - Diapositive

Lesdoel
  • Je kunt de volgende leestekens op een juiste manier gebruiken: punt, komma, puntkomma en dubbele punt. 

Slide 11 - Diapositive

Huiswerk
- Leren: theorie H1 (blz. 34 en 35)
- Maken: startopdracht, opdracht 1 en 2 (blz. 34 en 35)
- Meenemen: een leesboek




Slide 12 - Diapositive