Is er dan geen vrijheid.
Ben ik niet op de juiste plaats?
Ben ik verdwaald,
want ik snap het niet,
wanneer je zegt dat het niet kan.
Wanneer mijn hoofddoek een kopvod is
en mijn boerka een bivakmuts.
Ik blijf maar zoeken naar het juiste adres,
maar zij zijn ook niet van de partij.
Het was goed, zei je.
Je schreef het voor me in de wet.
Ik moest ergens in geloven,
en nu kan ik niet eens naar bed.
Ik blijf zoeken naar een plek,
het heet vrijheid,
maar ik ben de weg even kwijt.