Kaart schrijven aan iemand in de gevangenis (15 minuten)
Uitleg spelling
Zelfstandig werken
Aan het einde van deze les
weet je hoe je de verleden tijd van zwakke werkwoorden vormt;
pak je laptop alvast :)
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1
Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Welkom 1VMB
: )
Dinsdag
Planning van dit uur
Kaart schrijven aan iemand in de gevangenis (15 minuten)
Uitleg spelling
Zelfstandig werken
Aan het einde van deze les
weet je hoe je de verleden tijd van zwakke werkwoorden vormt;
pak je laptop alvast :)
Slide 1 - Diapositive
Schrijf je nog wel eens een kaartje naar iemand?
JA
NEE
Slide 2 - Sondage
Waar moet je op letten bij het schrijven van een kaart?
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Diapositive
Opdracht
Je gaat een kaartje schrijven voor iemand in de gevangenis.
Je ontvangt van de docent een lege kaart (envelop regelt de administratie)
Er zijn drie soorten:
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Aanhef
Je ontvangt een lege kaart.
Je begint met schrijven op de lege achterkant van de kaart.
Je kaartje begint met een aanhef. Je kunt kiezen uit:
Formeel: Geachte heer, mevrouw,
Informeel: Beste meneer,mevrouw,
Slide 8 - Diapositive
Boodschap
Je bedenkt van tevoren wat je wilt schrijven. Het is handig om dit eerst op een kladblaadje te schrijven.
Hier kun je aan denken:
- gevangene laten weten dat je aan hem/haar denkt
- vertellen dat je deze opdracht op school maakt.
- gevangene laten weten dat je voor hem/haar bidt.
- een mooi tekst of spreuk opzoeken en opschrijven.
- enz. enz.
timer
15:00
Slide 9 - Diapositive
Groet
Je sluit je kaartje af met een groet. Hier kun je uit kiezen:
Met vriendelijke groeten,
Groet!
Hartelijke groeten,
Groeten,
Na de groet volgt doorgaans je naam. Let op! Vanwege de regels van de gevangenis mag je je naam niet noemen! De naam van de school mag wel genoemd worden dus bijvoorbeeld: groeten, een leerling van Calvijn.
Slide 10 - Diapositive
Welkom bij Nederlands!
Slide 11 - Diapositive
Ik heb weleens van het Kofschip gehoord.
Eens
Oneens
Slide 12 - Sondage
Ik snap wat je met het Kofschip kan doen.
Eens
Oneens
Slide 13 - Sondage
Werkwoorden
1. Sterk
- hebben hun eigen vorm in de verleden tijd
- klinker verandert in de verleden tijd
- voltooid deelwoord eindigt meestal op -en
-> Spel ze zoals je ze hoort!
2. Zwak of regelmatig
- worden altijd hetzelfde vervoegd als andere werkwoorden
- eindigen op -de en -te in de verleden tijd
3. onregelmatig
dragen - droeg
spelen - speelde
zijn - was
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Zwakke werkwoorden / verleden tijd
Hoe spel je ze?
Schrijf op wat destam is van het werkwoord
Kijk met welke letter de stam eindigt
Is de laatste letter een medeklinker uit 't Kofschip X? Dan schrijf je het werkwoord met -te
Is de laatste letter geen medeklinker uit 't Kofschip X? Dan schrijf je het werkwoord met-de
Schrijf het werkwoord in de verleden tijd
Slide 16 - Diapositive
Zwakke werkwoorden / verleden tijd
Ik leef erop los.
Stam = hele werkwoord (leven) -en = lev
T K F S CH P X
Slide 17 - Diapositive
Zwakke werkwoorden / verleden tijd
Ik leef erop los.
Stam = hele werkwoord (leven) -en = lev
Laatste letter van de stam: v
T K F S CH P X
Slide 18 - Diapositive
Zwakke werkwoorden / verleden tijd
Ik leef erop los.
Stam = hele werkwoord (leven) -en = lev
Laatste letter van de stam: v
Géén medeklinker uit het kofschip, dus: +de
T K F S CH P X
Slide 19 - Diapositive
Zwakke werkwoorden / verleden tijd
Ik leefde erop los.
Stam = hele werkwoord (leven) -en = lev
Laatste letter van de stam: v
Géén medeklinker uit het kofschip, dus: +de
Ik leefde erop los
T K F S CH P X
Slide 20 - Diapositive
Stap 1. Schrijf op wat de stam is van het werkwoord.
Wij [relaxen] de hele dag door.
Slide 21 - Question ouverte
Stap 2. Met welke letter eindigt de stam?
Wij [relaxen] de hele dag door.
Slide 22 - Question ouverte
Stap 3. Zit die letter in T K F S CH P X?
Wij [relaxen] de hele dag door.
Slide 23 - Question ouverte
Stap 4. Schrijf het werkwoord in de verleden tijd.
Wij [relaxen] de hele dag door.
Slide 24 - Question ouverte
Individueel werken
timer
20:00
Wat
- Lees 'Werkwoorden in de verleden tijd 2' (bladzijde 75 van je B-boek)
- Maak opdracht 1 en 3 t/m 6 van 4.8 Spelling
Hoe
Individueel, in stilte
Hulp
Steek je vinger op, dan kom ik langs
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Deze lesstof komt terug op de SO Spelling en deze opdrachten zijn huiswerk
Klaar
Lees in je leesboek
of werk aan je boekvideo (lees de opdracht door, begin aan je tekstplan)
Slide 25 - Diapositive
Samenvatting van de les
Jij
weet hoe je de verleden tijd van zwakke werkwoorden vormt;
Huiswerk
Lees 'Werkwoorden in de verleden tijd 2' (bladzijde 75 van je B-boek)