Duurzame productiemiddelen

Duurzame productie middelen 
en jaarlijkse afschrijvingen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Duurzame productie middelen 
en jaarlijkse afschrijvingen

Slide 1 - Diapositive

Planning

  • Duurzame productiemiddel
  • Afschrijvingen

Slide 2 - Diapositive

Quiz

Slide 3 - Diapositive

Voorbeeld van duurzaam productiemiddel

Slide 4 - Carte mentale

Duurzame productiemiddelen
  1. Gaat lang mee
  2. Dit zijn investeringen die door een bedrijf zijn gedaan en die langer dan één jaar gebruikt gaan worden
  3. Product slijt waardoor waarde minder wordt
  4. Vermindering van waarde = afschrijvingskosten

Slide 5 - Diapositive

Bedrag wat je moet betalen
Kosten voor onderhoud, reperatie, verzekering
Economische levensduur
Technische levensduur
restwaarde
Aanschafwaarde
Complementaire kosten
Periode waarin het middel economisch rendabel is
Tijd waarin het productiemiddel nog werkt
Waarde die een middel heeft aan het eind van de economische levensduur

Slide 6 - Question de remorquage

Wat zijn afschrijvingskosten
A
kosten die afgeschreven worden
B
kosten die geen kosten zijn
C
waardevermindering
D
aanschafwaarde

Slide 7 - Quiz

Afschrijvingskosten
De investering die je in het bedrijf gedaan hebt, wil je verdelen over de jaren dat het gebruikt wordt.
Bijvoorbeeld:
Als je een kassa koopt voor €1.500,- en je denkt deze 5 jaar te kunnen gebruiken voordat hij vervangen moet worden, dan kost je dit dus €300,- per jaar.

Slide 8 - Diapositive

Afschrijvingskosten
Maar waarom schrijf je dan af?

De waarde van de bedrijfsmiddelen verminderd. (denk aan bijvoorbeeld een auto, de waarde hiervan daalt ieder jaar dat hij ouder wordt).
Deze waardevermindering noem je de afschrijving.

Slide 9 - Diapositive

Afschrijvingskosten
Je houdt bij het bepalen van de afschrijving rekening met de
volgende zaken:
- De aanschafwaarde:
Het bedrag waarvoor je het duurzame bedrijfsmiddel voor aangeschaft hebt
- De levensduur
hoe lang ga je het gebruiken?
- De restwaarde
kun je het aan de einde van de levensduur nog verkopen? zoja, dan heeft het dus nog waarde! 

Slide 10 - Diapositive

Levensduur
Dit is natuurlijk hoe lang je het gaat gebruiken. We maken hier onderscheid tussen de
technische levensduur én de economische levensduur
Bij afschrijvingen gebruiken we altijd de economische levensduur!!!

Slide 11 - Diapositive

Economische levensduur
Dit betekend hoe lang het rendabel is om het bedrijfsmiddel nog te gebruiken.
Dus een auto kan nog wel rijden, maar als er heel veel onderhoud voor nodig is, dan is dat niet meer rendabel en kun je beter een nieuwe aanschaffen!
gebruik dus ALTIJD de economische levensduur!!! 

Slide 12 - Diapositive

Technische levensduur
Dit is hoe lang een bedrijfsmiddel technisch gezien meegaat, oftewel dat hij het nog doet.
Dus een auto die rijdt, een printer die print etc.  

Slide 13 - Diapositive

Welke levensduur is gemiddeld langer? 

Slide 14 - Diapositive

Hoeveel schrijf je per jaar af? 
Verschillende manieren van afschrijven:
  1. Vast bedrag per jaar
  2. Vast % van de boekwaarde

Slide 15 - Diapositive

Vast bedrag per jaar afschrijven
Wat heb je nodig:
  1. Aanschafwaarde
  2. Restwaarde
  3. Economische levensduur

(Aanschafwaarde - Restwaarde)/Economische levensduur = Afschrijving per jaar

Slide 16 - Diapositive

Een ijsjesmachine kost €2.470. De restwaarde is €300. De economische levensduur is 7 jaar. Wat zijn de afschrijvingskosten per jaar?

Slide 17 - Question ouverte

Vast % van de boekwaarde afschrijven
Waarom: 
  1. Waardevermindering is in het begin hoger dan op het eind
  2. Bijkomende kosten voor onderhoud en reparatie lopen op als het product ouder wordt.



Slide 18 - Diapositive

Vast % van de boekwaarde afschrijven
Wat heb je nodig: 
  1. Aanschafwaarde
  2. Restwaarde
  3. % wat je jaarlijks wilt afschrijven



Slide 19 - Diapositive

Een computer kost €7.000 en heeft een economische levensduur van 5 jaar. Men verwacht geen restwaarde. Wat is de afschrijving in het 1e jaar als het afschrijvingspercentage 25% is?

Slide 20 - Question ouverte

1 PC kost €7.000. Restwaarde is €0. Economische levensduur is 5 jaar. De kosten starten met €300 per jaar en stijgen met 20% per jaar. Wat is de jaarlijkse afschrijving (vast bedrag per jaar). Wat zijn de kosten per jaar?
Jaar
Boekwaarde begin
Afschrijving
Boekwaarde eind
Kosten onderhoud
Totale kosten
1
€7.000
2
3
4
5

Slide 21 - Diapositive