Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Woordsoorten groep 7
Woordsoorten
1 / 25
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Cette leçon contient
25 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Woordsoorten
Slide 1 - Diapositive
Woordsoortbenoeming
Woordsoorten zijn iets anders dan zinsdelen.
Soms vragen we je een
woordsoort
te benoemen, en soms een
zinsdeel.
Slide 2 - Diapositive
Welke woordsoorten ken je al?
Slide 3 - Question ouverte
Dit ga je leren!
Ik weet wat het
persoonlijk
voornaamwoord,
het bezittelijk voornaamwoord,
het
aanwijzend
voornaamwoord,
het
vragend
voornaamwoord en
het
wederkerend
voornaamwoord zijn en hoe ik ze moet gebruiken!
Dit ga je leren!
Slide 4 - Diapositive
Het persoonlijk voornaamwoord
Verwijst naar een
persoon, dier of ding
!
Bijvoorbeeld: ik, jij, zij, we, haar, jullie, u
Je kunt een persoonlijk voornaamwoord vervangen door je naam!
Zij
leest graag
Noor
leest graag
Slide 5 - Diapositive
Wat is het persoonlijk voornaamwoord in de zin:
'Vanmiddag gaan we zwemmen in het meer.'
A
vanmiddag
B
gaan
C
we
D
het
Slide 6 - Quiz
Wat is het persoonlijk voornaamwoord in de zin:
'Soms heeft hij geen zin om huiswerk te maken.'?
A
heeft
B
hij
C
soms
D
huiswerk
Slide 7 - Quiz
Het bezittelijk voornaamwoord
mijn
tas
jouw
tas
haar
tas
jullie
tas
Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets of iemand is!
Slide 8 - Diapositive
Wat is het bezittelijk voornaamwoord in de zin:
'Hij vergat gisteren zijn huiswerk te maken'?
A
vergat
B
zijn
C
hij
D
huiswerk
Slide 9 - Quiz
Wat is het bezittelijk voornaamwoord in de zin:
'Morgen neemt zij haar hond mee.'?
A
morgen
B
zij
C
haar
D
hond
Slide 10 - Quiz
Het aanwijzend voornaamwoord
Het
aanwijzend voornaamwoord
wijst iets of iemand aan.
Een
aanwijzend voornaamwoord
kan in plaats van het lidwoord staan.
Het aanwijzend voornaamwoord s
taat voor het zelfstandig naamwoord. (de leerling -> die leerling, deze leerling)
Bij een het-woord gebruik je altijd dat of dit.
Bij een de-woord gebruik je altijd die of deze.
Slide 11 - Diapositive
Aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord geeft precies aan wie of wat je bedoelt.
Die computer
Deze tafel
Dat boekje
Dit kopje
Slide 12 - Diapositive
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin:
'Femke leest dat boek vandaag nog uit'
A
Femke
B
dat
C
boek
D
vandaag
Slide 13 - Quiz
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin:
'Ik heb die jongen nog nooit gezien'
A
Ik
B
gezien
C
jongen
D
die
Slide 14 - Quiz
Het vragend voornaamwoord
Je vraagt naar een mens, dier of ding
Wie
Wat
Welk(e)
Wanneer
Slide 15 - Diapositive
Maak een zin met het vragend voornaamwoord 'wie'
Slide 16 - Question ouverte
Maak een zin met het vragend voornaamwoord 'wat'
Slide 17 - Question ouverte
Maak een zin met het vragend voornaamwoord 'welk(e)'
Slide 18 - Question ouverte
Maak een zin met het vragend voornaamwoord 'wanneer'
Slide 19 - Question ouverte
Een wederkerend voornaamwoord...
Verwijst naar het onderwerp!
Ik heb me vergist in de tijd van het gesprek.
Het onderwerp is 'ik'
Het wederkerend voornaamwoord is
'me'
Slide 20 - Diapositive
Wederkerend voornaamwoord
ik
vergis
me
jij
vergist
je
hij/zij
vergist
zich
wij
vervelen
ons
jullie
vervelen
je
zij
vervelen
zich
Slide 21 - Diapositive
Bedenk zelf een zin waar een 'wederkerend voornaamwoord' in voor komt!
Slide 22 - Question ouverte
Hoe vond je deze manier van werken?
Slide 23 - Carte mentale
Dit vind ik nog lastig:
Slide 24 - Question ouverte
Wat hoort er bij zinsontleding en wat bij woordsoorten?
lw
zww
pv
vz
wg
zinsontleding
woordsoorten
Slide 25 - Question de remorquage
Plus de leçons comme celle-ci
Woordsoorten groep 8
Janvier 2020
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Les 11
Octobre 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Do 19 sept woordsoorten
Juin 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Di 29 november Woordsoortbenoeming
Novembre 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Grammatica: redekundig en taalkundig oefenen
Octobre 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Herhaling woordsoorten - voornaamwoorden
Novembre 2022
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Herhaling woordsoorten - voornaamwoorden
Décembre 2022
- Leçon avec
40 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Voornaamwoorden!
Décembre 2022
- Leçon avec
39 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2