BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND?
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT? Zo ja -->
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Als je
binnenkomt:
BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND?
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT? Zo ja -->
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen: 45 minuten les
10 minuten lezen
Starten met 2.7 --> uitleg en werken aan opdrachten
Lesafsluiting
Slide 2 - Diapositive
10 minuten lezen
Slide 3 - Diapositive
Pak je boek, p. 109
Dit is een moeilijk hoofdstuk. Let dus goed op en geef aan wanneer je het nog niet begrijpt! Ik leg het graag zo vaak mogelijk uit.
Slide 4 - Diapositive
Grammatica, wat is dat ook alweer?
Ik school naar lopen.
Wat klopt er niet in deze zin?
Slide 5 - Diapositive
Ik school naar lopen???
Juist, de woorden staan niet op de juiste plek in de zin. De volgorde klopt niet. De regels voor wat wel en niet de juiste plekken voor woorden in een zin zijn, noem je de grammatica van een taal.
Om die regels te begrijpen, moet je de onderdelen van een zin kennen. Je leert dus antwoorden op de volgende 2 vragen: welke woordsoorten zijn er in een zin? In welke delen van de zinnen horen die woordsoorten?
Slide 6 - Diapositive
Hij vindt een euro
Spelling: hoe spel je 'vindt' in deze zin, met een d of t?
Grammatica:
1. Wat voor woord is 'euro': een zelfstandig naamwoord of een werkwoord?
2. Wat voor zinsdeel is 'Hij': een persoonsvorm of een onderwerp?
Slide 7 - Diapositive
Dit hoofdstuk gaat over zinsdelen
Slide 8 - Diapositive
Voor ik uitleg even opwarmen...
Kijk naar opdracht 1
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Werkwoordelijk gezegde
Bestaat uit alle werkwoorden in een zin!
Slide 12 - Diapositive
Werkwoordelijk gezegde (wg)
Het werkwoordelijk gezegde zijn alle werkwoorden in een zin.
Voorbeeld:
Ik zal nieuwe sportschoenen kopen
PV: ?
Andere werkwoorden ?
Wg is dus ....
Werkwoordelijk gezegde (wg)
Slide 13 - Diapositive
Wat heb ik vandaag geleerd?
- ik weet wat het WERKWOORDELIJK GEZEGDE is;
- ik kan het WERKWOORDELIJK GEZEGDE in een zin benoemen.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.