HV1 les 1 (Grammatica: PV, zinsdelen & Ond)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Telefoon in je tas, iPad dicht op tafel

Lesprogramma 

Weekdoelen

Periode 3 - programma

Introductie grammatica zinsdelen

Aan de slag!

Afsluiten

Weekdoelen

- Je weet wat er in periode 3 van je wordt verwacht.

- Je weet hoe je de persoonsvorm vindt, hoe je de zin in zinsdelen verdeelt en hoe je het onderwerp vindt.

- Je weet hoe de werkwoorden gespeld worden.

Periode 3 

Lesstof:

- Grammatica zinsdelen

- Werkwoordspelling

 -Lezen uit leesboek

Toetsen

Week 7: werkwoordspelling (formatief), in week 14 voor cijfer (2x)

Week 20 SO grammatica zinsdelen en woordsoorten (2x)

Studiewijzer staat op Itslearning.

Persoonsvorm/ Zinsdelen/ Onderwerp

Buren-Challenge

• Je werkt samen met je buur.
• Je krijgt een schrijfpapiertje.

• Maak 3 kolommen: 1. Persoonsvorm (PV); 2. Zinsdelen; 3. Onderwerp (O)
• Schrijf onder elke kolom alles op wat je hier nog over weet!

(Bijv. kenmerken, hoe je deze kunt vinden, voorbeelden, etc..)

Zinsdelen

= Woord of groepje woorden die bij elkaar horen.

• PV is één zinsdeel.
• Alles voor de PV is één zinsdeel.
• Alles wat voor de PV kan is een apart zinsdeel.

De persoonsvorm

(PV)

De persoonsvorm (PV) is een werkwoord.

Werkwoorden geven de handeling aan. (Wat er gebeurt.)

Onderstreep je altijd eerst voordat je zinsdelen gaat zoeken.

Manieren om de persoonsvorm te vinden

De jongen loopt naar school.

• De vraagproef - Maak van de zin een vraag. Het werkwoord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.

Loopt de jongen naar school?

• De tijdproef - Zet de zin in een andere tijd: maak van tegenwoordige tijd de verleden tijd of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

De jongen liep naar school.

• De getalproef - verander het getal: maak van het enkelvoud het meervoud of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

De jongens lopen naar school.

Op de iPad - print screen:

ALTIJD, bij ELKE zin. Daarna vul je het antwoord pas in.

Maak:

>> De brug, grammatica zinsdelen

>> Volg de planning 

>> Lees EERST de uitleg, maak DAARNA de opdracht pas. 

>> Stel eventueel je vragen aan mij.

>> Werk zelfstandig, in stilte.

•Ik ga direct aan het werk en  blijf aan
het werk.

•Als ik een vraag heb, stel ik
die FLUISTEREND aan mijn
docent.

Klaar?

Oefen met zinsdelen via Itslearning. Zie de map 'Periode 3'.

Het antwoord op de vraag:
wie / wat + pv is het......

1. onderwerp
2. werkwoordelijk gezegde
3. lijdend voorwerp
4. meewerkend voorwerp

Maak:

>> De brug, grammatica zinsdelen

>> Opdracht 4 en 5

>> Lees EERST de uitleg, maak DAARNA de opdracht pas. 

>> Stel eventueel je vragen aan mij.

>> Werk alleen.

•Ik ga direct aan het werk en  blijf aan
het werk.

•Als ik een vraag heb, stel ik
die FLUISTEREND aan mijn
docent.

Klaar?

Maak eventueel 6, 7 en 8 ook.

Zijn de doelen voor jou behaald en hoe heb je gewerkt? 

Ja/nee/gedeeltelijk, want ...

>> Bespreek met de persoon naast je. 

WEEKDOELEN:

- Je weet wat er in periode 3 van je wordt verwacht.

- Je weet hoe je de persoonsvorm vindt, hoe je de zin in zinsdelen verdeelt en hoe je het onderwerp vindt.

- Je weet hoe de werkwoorden gespeld worden.

Huiswerk & TaalVout

Huiswerk:

• Neem volgens SOM je leesboek mee.

Maandag moet de planning af zijn!