Trappen van vergelijking

Vergrotende en overtreffende trap
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vergrotende en overtreffende trap

Slide 1 - Diapositive

Vergrotende + overtreffende trap
klein - kleiner - kleinst(e)
small - smaller - smallest

groot - groter - grootst(e)
big - bigger - biggest

aardig - aardiger - aardigst(e)
nice - nicer - nicest

Slide 2 - Diapositive

Let op woorden die eindigen op een Y!

Slide 3 - Diapositive

Let op!

goed - beter - best
good - better - best

slecht - slechter - slechtst(e)
bad - worse - worst

Slide 4 - Diapositive

Vergrotende trap:
-ER

Vaak wordt het woord gevolgd door THAN

Frank is fatter than Rob.

The boys are faster than us.


Overtreffende trap:
-EST

Vaak komt er voor het woord THE te staan

Rob is the fattest boy I know.

That is the fastest car ever.

Slide 5 - Diapositive

My sister has a ___ room than I have.
A
big
B
bigger
C
biggest

Slide 6 - Quiz

I drive ___ than my husband.
A
safe
B
safer
C
safest

Slide 7 - Quiz

Michael Jackson was the
___ singer ever .
A
great
B
greater
C
greatest

Slide 8 - Quiz

The weather today is even ___
than yesterday.
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst

Slide 9 - Quiz

My dad is the ___ dad ever!
A
good
B
goodest
C
better
D
best

Slide 10 - Quiz

Wat is de vergrotende en overtreffende trap van 'Cheap'

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de vergrotende en overtreffende trap van 'old'?

Slide 12 - Question ouverte

She is the .......... English teacher at JenaXL.
A
worst
B
funniest
C
best
D
strictest

Slide 13 - Quiz

I totally get this now!
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage