kennisquiz spelling en interpunctie 4e leerjaar

Doe mee! SPELLINGQUIZ
Met deze kennisquiz kun je je kennis van de theorie van Cursus 8 Spelling testen. 
(Deze quiz hoort bij Nieuw Nederlands online 
, Cursus 8 Spelling vwo)
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Doe mee! SPELLINGQUIZ
Met deze kennisquiz kun je je kennis van de theorie van Cursus 8 Spelling testen. 
(Deze quiz hoort bij Nieuw Nederlands online 
, Cursus 8 Spelling vwo)

Slide 1 - Diapositive



Word spellingkampioen

Slide 2 - Diapositive

Als "hij" het onderwerp van de zin is, krijgt het werkwoord in de tegenwoordige tijd de ik-vorm + t
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

Hij wilt
A
Juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

Hij wilt
A
Juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Bij de vervoeging van Engelse werkwoorden pas je 't ex-kofschip toe.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Is dit goed geschreven?

reclame-industrie
A
Ja. Met een streepje voor de leesbaarheid
B
Nee, we schrijven zoveel mogelijk aaneen.

Slide 7 - Quiz

Is dit goed geschreven?

politie-agente
A
Ja. Met een streepje voor de leesbaarheid
B
Nee, we schrijven zoveel mogelijk aaneen.

Slide 8 - Quiz

Als het eerste deel van een samenstelling versterkend is, schrijf je -e tussen de woorden.
Het is dus reuzeleuk en beresterk.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

In de volgende zin hoort een dubbele punt te staan.

Nadine zuchtte opgelucht: 'Gelukkig, ik heb mijn rijbewijs gehaald!'
A
juist, want het is directe rede.
B
onjuist.

Slide 10 - Quiz

In de volgende zin is de interpunctie correct:
Ik riep: 'Komt er nog een eind aan'?
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Het meervoud van garage is garage's.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Het meervoud van bacterie is bacteriën.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Het meervoud van buggy is buggy's.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Het meervoud van café is caféés.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Het verkleinwoord van bikini is bikini'tje.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Het verkleinwoord van bikini is
bikini-tje.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Het verkleinwoord van bikini is bikinietje.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Het verkleinwoord van baby is baby'tje.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Het verkleinwoord van baby is baby'tje.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

tomaat + soep = tomatensoep.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

kapper + zaak = kapperzaak
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

station + klok = stationsklok
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Verkleinwoord van taxi is taxi'tje
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Verkleinwoord van pyjama is pyjamaatje
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Is dit juist gespeld?

ervan uitgaan
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

Is dit juist gespeld?
exvriendin
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

Is dit juist gespeld?
multi-inzetbaar
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

Is dit juist gespeld?

studieuren
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

Is dit juist gespeld?
kinder- en peutervoeding
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quiz

Is dit juist gespeld?
keel-, neus- en oorarts
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quiz

Is dit juist gespeld?
hoge en lage- cijfers
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quiz

Is dit juist gespeld?
hoge en lage cijfers
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quiz

Is dit juist gespeld?
Kees's scooter
A
juist
B
onjuist

Slide 34 - Quiz

Is dit juist gespeld?
Max' scooter
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quiz

Is dit juist gespeld?
tv-tje
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quiz

Is dit juist gespeld?
tvtje
A
juist
B
onjuist

Slide 37 - Quiz

Is dit juist gespeld?
tv 'tje
A
juist
B
onjuist

Slide 38 - Quiz

Is dit juist gespeld?
crème fraîche
A
juist
B
onjuist

Slide 39 - Quiz

Is dit juist gespeld?
indentiteit
A
juist
B
onjuist

Slide 40 - Quiz

Is dit juist gespeld?
exceem
A
juist
B
onjuist

Slide 41 - Quiz

WIE IS ONZE SPELLINGKAMPIOEN?
A
IK
B
JIJ
C
WIJ

Slide 42 - Quiz