C2 unidad 7 gramática

Unidad 7 gramática
-persoonlijke voornaamwoorden als meewerkend voorwerp
- persoonlijke voornaamwoorden als lijdend voorwerp.
- zinnen waar zowel het pers. vnw. van het LV als het MV staat.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Unidad 7 gramática
-persoonlijke voornaamwoorden als meewerkend voorwerp
- persoonlijke voornaamwoorden als lijdend voorwerp.
- zinnen waar zowel het pers. vnw. van het LV als het MV staat.

Slide 1 - Diapositive

1. Het meewerkend voorwerp
1. Net als in het Nederlands stellen we in het Spaans de vraag: aan wie of voor wie?
2. In het Spaans wordt het MV aangegeven met het voorz. a (in enkele gevallen met para)
3. In het Spaans kan het MV dubbel in de zin staan! In de variatie van het pers. vnw. (verplicht) en de nadruk (optioneel).

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Verdubbeling van het MV
1. pers. vnw. van het MV: me - te - le - nos - os - les = verplicht
2. nadruk: a Juan - a mis padres = optioneel

Voorbeeld 1: ¿Les (MV) has mandado las flores (LV) a tus padres (MV)? - verdubbeling meerw. vwp.
Les - meervoud omdat het verwijst naar tus padres.
De toevoeging van de optionele variant gebruiken we om duidelijk te maken wie die LES zijn (namelijk jouw ouders).


Slide 4 - Diapositive

Verdubbeling van het MV
Voorbeeld 2: ¿Les (MV) has mandado las flores (LV)? - alleen het pers. vnw. van het meew. vwp.
Dit kan als uit de context duidelijk is voor wie de bloemen bedoeld zijn! 

Voorbeeld 3: ¿Os (MV) han dado el libro (LV)? versus ¿Os (MV) han dado el libro (LV) a vosotros (MV)? - in de zin 2 is de toevoeging a vosotros overbodig omdat we door os al weten dat het om a vosotros moet gaan. In dat geval voldoet zin 1!

Slide 5 - Diapositive

Vervang het complemento indirecto (MV) voor het voornaamwoord:
"Yo recomiendo a ustedes esa película."


Slide 6 - Question ouverte

Vervang het complemento indirecto (MV) voor het voornaamwoord:
"El camarero trae un vaso de leche a Antonio."

Slide 7 - Question ouverte

Vervang het complemento indirecto (MV) voor het voornaamwoord:
"Nosotros hacemos un regalo a nuestra abuela".

Slide 8 - Question ouverte

Vervang het complemento indirecto (MV) voor het voornaamwoord:

"La profesora enseña a los alumnos una regla gramatical"

Slide 9 - Question ouverte

2. Het lijdend voorwerp
1. Net als in het NL stellen we in het SP de vraag: 
wie of wat?

2. De pers. vnw. van het LV zijn: 
me - te - lo - la - nos - os - los - las.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

3. Het LV + MV samen in één zin.
1. Zowel het LV als het MV kunnen in één zin voorkomen. 

2. De pers. vnw. van het LV en MV staan in principe allebei voor het vervoegde werkwoord (pv), maar als ze samen in één zin staan is de volgorde: MV - LV


Slide 12 - Diapositive

3. Het LV + MV samen in één zin.
3. De pers. vnw. van het MV le/les wordt vervangen door se als er een LV achter staat.
Voorbeeld: ¿Les (MV) has dado las flores (LV) a tus padres?
Ja, ik heb ze gegeven aan hen.
Sí, les las he dado. = Sí, se las he dado.
les = a tus padres
las = las flores

Slide 13 - Diapositive

Vervang het complemento indirecto (MV) en complemento directo (LV) voor het voornaamwoord:

"Juan ha dado el regalo (a mí)"



Slide 14 - Question ouverte

Vervang het complemento indirecto (MV)en het complemento directo (LV) voor het voornaamwoord:

"El profesor ha entregado unas copias a los alumnos"

Slide 15 - Question ouverte

Vervang het complemento indirecto (MV) en het complemento directo (LV)voor het voornaamwoord:

"Alejandro nunca decía la verdad a su novia"

Slide 16 - Question ouverte

Los deberes: 30 maar t/m 3 april
Weekplanning: 30 maart t/m 3 april

1. Uitleg grammatica (blauwe vakken) tb blz 86+87 doorlezen
2. tb blz 86 t/m 88 opdr 1 t/m 6 maken (in de digitale omgeving!)
3. Leren voor TW 3 (unidad 5+6)

Slide 17 - Diapositive

1. Wat heb je geleerd in deze les?
2. Wat ging goed?Wat kan beter?Hoe ga je dat aanpaken?

Slide 18 - Question ouverte