Paragraaf 1.4: Het einde van de Opstand (deel 2)

Paragraaf 1.4: Het einde van de Opstand (deel 2)
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1.4: Het einde van de Opstand (deel 2)

Slide 1 - Diapositive

NL heet in de Gouden eeuw __________________________________________

____ gewesten, elk _______           bestuurd
--> Zo'n bestuur heet de 

Er was ook een bestuur voor het hele land: 
Mensen die in het bestuur werkten = 
--> Waren vaak                   burgers
Zet de begrippen op de juiste plek in de tekst
Zelfstandig
Staten
Zeven
Staten-Generaal
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Rijke
Regenten

Slide 2 - Question de remorquage

De koning van ............................. , Filips II, was de landsheer van de Nederlanden. In 1568 brak een opstand tegen hem uit, dit had twee redenen:

1 . De koning wilde de Nederlanden vanuit één punt besturen: ............................................. Hiernaast moesten alle wetten overal gelijk zijn.
2. ......................................... werden streng gestraft om hun geloof. 

De leider van de opstand was .............................. . Hij werd geholpen door de .....................................................

In 1581 besloten de zeven noordelijke gewesten dat zij Filips II niet meer als landsheer wilden. In de actie van .......................................... vertelden ze waarom: een koning die slecht is voor zijn volk hoef je niet trouw te blijven. In het jaar ............ vormden zij een nieuw land: ..................................................................................... 

Dit land werd bestuurd door de Staten-....................................... , een vergadering van vertegenwoordigers. Zij namen beslissingen over de buitenlandse politiek en het leger. Andere zaken mochten gewesten zelf regelen.
Nederland
Spanje
1648
1588
Protestanten
katholieken
Watergeuzen
Duitsers
Willem-Alexander
Willem van Oranje
Brussel
Madrid
Generaal
Majoor
Republiek der zeven verenigde Nederlanden
Koninkrijk der Nederlanden
Verlatinghe
Utrecht

Slide 3 - Question de remorquage

Vragen over het huiswerk? 
Maak opdracht 1 t/m 7 van paragraaf 1.4.

Slide 4 - Diapositive

Pak opdracht 7 voor je! 
Hoe tackle je bronopdrachten?

Hoe pas je je kennis toe?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Hoe heb je deze bronopdracht aangepakt?

Slide 7 - Diapositive

___

Slide 8 - Diapositive

Kijken en koppelen
(Je kunt dit zien aan het Mariabeeld in de bron.)
b. Geloof -> 'binnenshuis' -> buitenshuis = verboden.
c. Zij grepen niet in omdat zij bang waren voor onrust.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Merck toch hoe sterck!
De Republiek kwam sterker te staan dan Spanje.

Waarom eigenlijk?

Slide 11 - Diapositive

Oorzaken
1. Meer handel en nijverheid.

-> Meer en betere huurlegers.
-> Deze worden op tijd betaald.

#welzohandig

Slide 12 - Diapositive

Oorzaken
2. Spanje voerde veel oorlogen 
     tegelijk.

-> Weinig aandacht voor de 
      Nederlanden.
-> Huurlingen moesten ook 
      nog betaald worden...

#welzohandig

Slide 13 - Diapositive

Oorzaken
3. De Republiek kreeg sterke 
     bondgenoten.

-> Engeland en Frankrijk 
      voelden zich ook bedreigd.
-> Zij erkenden de Republiek.

Some tea-drinking bois

Slide 14 - Diapositive

Oorzaken
4. Stadhouder Maurits was  
     een goede legeraanvoerder.

-> Een professioneler leger.
-> Betere verdedigingswerken.

Slide 15 - Diapositive

Op weg naar de vrede
De Republiek wist zijn grondgebied te behouden én uit te breiden.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

De Nederlandse Opstand komt tot een einde (1568-1648)

1648: Vrede van Münster

Slide 18 - Diapositive

Gevolg
De Republiek wist zijn grondgebied te behouden én uit te breiden.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Waarom werden de Nederlandse opstandelingen sterker dan de Spaanse legers?
A
In de Nederlanden bloeiden de handel en nijverheid.
B
Spanje voerde veel oorlogen.
C
De Republiek kreeg sterke bondgenoten.
D
Stadhouder Maurits was een goede legeraanvoerder.

Slide 21 - Quiz

Heroverde delen van Brabant en Limburg mochten van de Republiek zichzelf besturen.
Door de bloei van de handel in de Nederlandse steden, konden de gewesten meer huurlegers betalen.
De Nederlandse Opstand / Tachtigjarige Oorlog eindigde in Münster.
Er werden geen wapenstilstanden gesloten tussen Spanje en de Republiek.
Goed
Fout

Slide 22 - Question de remorquage

Hieronder zie je een tijdbalk. Sleep op de tijdbalk de volgende gebeurtenissen en jaartallen naar de juiste plek.
1566
1568
1572
1579
1648
Beeldenstorm
Begin van de Tachtigjarige Oorlog
De Unie van Utrecht wordt gesloten
Opstandelingen
veroveren delen van de Nederlanden
Het einde van de Tachtigjarige Oorlog.

Slide 23 - Question de remorquage

timer
1:00
Wat heb je over de Reformatie en de Opstand geleerd?

Slide 24 - Carte mentale

Ga aan de slag!
Maak opdracht 8 t/m 13 van paragraaf 1.4.

Eerder klaar?
Maak de verdiepingsopdrachten van       paragraaf 1.7.



Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Huiswerk van paragraaf 4 bespreken
Nakijken van opdracht 8 t/m 13 van paragraaf 1.4 op blz. 41 




Slide 27 - Diapositive

Ga aan de slag!
Oefenen met oorzaak en gevolg:

Maak opdracht 1 t/m 6 van paragraaf 1.5 op blz. 43 - 45

Eerder klaar?

Maak de verdiepingsopdrachten van paragraaf 1.7.



timer
1:00

Slide 28 - Diapositive

NL heet in de Gouden eeuw __________________________________________

____ gewesten, elk _______           bestuurd
--> Zo'n bestuur heet de 

Er was ook een bestuur voor het hele land: 
Mensen die in het bestuur werkten = 
--> Waren vaak                   burgers
Zet de begrippen op de juiste plek in de tekst
Zelfstandig
Staten
Zeven
Staten-Generaal
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Rijke
Regenten

Slide 29 - Question de remorquage

De koning van ............................. , Filips II, was de landsheer van de Nederlanden. In 1568 brak een opstand tegen hem uit, dit had twee redenen:

1 . De koning wilde de Nederlanden vanuit één punt besturen: ............................................. Hiernaast moesten alle wetten overal gelijk zijn.
2. ......................................... werden streng gestraft om hun geloof. 

De leider van de opstand was .............................. . Hij werd geholpen door de .....................................................

In 1581 besloten de zeven noordelijke gewesten dat zij Filips II niet meer als landsheer wilden. In de actie van .......................................... vertelden ze waarom: een koning die slecht is voor zijn volk hoef je niet trouw te blijven. In het jaar ............ vormden zij een nieuw land: ..................................................................................... 

Dit land werd bestuurd door de Staten-....................................... , een vergadering van vertegenwoordigers. Zij namen beslissingen over de buitenlandse politiek en het leger. Andere zaken mochten gewesten zelf regelen.
Nederland
Spanje
1648
1588
Protestanten
katholieken
Watergeuzen
Duitsers
Willem-Alexander
Willem van Oranje
Brussel
Madrid
Generaal
Majoor
Republiek der zeven verenigde Nederlanden
Koninkrijk der Nederlanden
Verlatinghe
Utrecht

Slide 30 - Question de remorquage

Hieronder zie je een tijdbalk. Sleep op de tijdbalk de volgende gebeurtenissen en jaartallen naar de juiste plek.
1566
1568
1572
1579
1648
Beeldenstorm
Begin van de Tachtigjarige Oorlog
De Unie van Utrecht wordt gesloten
Opstandelingen
veroveren delen van de Nederlanden
Het einde van de Tachtigjarige Oorlog.

Slide 31 - Question de remorquage