Toets H3 Gambia
1 / 11
La durée de la leçon est: 40 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
1a. Noteer twee kenmerken van het klimaat van Gambia.
1b. Noteer twee landschappen die voorkomen in Gambia.
1c. Welk klimaat heeft Gambia?
Slide 2 - Question ouverte
2a. Wat is de harmattan?
2b. In welke maanden heeft Gambia last van de gevolgen van de harmattan?
2c. Waarom juist die maanden?
2d. Waar kun je last van hebben tijdens de harmattan?
2b. In welke maanden heeft Gambia last van de gevolgen van de harmattan?
2c. Waarom juist die maanden?
2d. Waar kun je last van hebben tijdens de harmattan?
Slide 3 - Question ouverte
3a. Welk landschap zie je op de foto?
3b. Noem twee verschillen tussen het tropisch regenwoud en de savanne.
3c. Hoe komt het dat er steeds minder savanne in Gambia is ?
3b. Noem twee verschillen tussen het tropisch regenwoud en de savanne.
3c. Hoe komt het dat er steeds minder savanne in Gambia is ?
Slide 4 - Question ouverte
4a. Is de grens tussen Libië en Egypte kunstmatig of natuurlijk?
4b. Verklaar je antwoord bij vraag a.
4c. Is de grens tussen Spanje en Frankrijk kunstmatig of natuurlijk?
4d. Verklaar je antwoord bij vraag c.
4b. Verklaar je antwoord bij vraag a.
4c. Is de grens tussen Spanje en Frankrijk kunstmatig of natuurlijk?
4d. Verklaar je antwoord bij vraag c.
Slide 5 - Question ouverte
5a. Op welke twee manieren kun je rijkdom of armoede
herkennen?
5b. Welke methode is het meest betrouwbaar?
5c. Verklaar je antwoord bij vraag b.
herkennen?
5b. Welke methode is het meest betrouwbaar?
5c. Verklaar je antwoord bij vraag b.
Slide 6 - Question ouverte
6. Je wilt de rijkdom van de mensen van twee landen vergelijken en je weet het BNP van elk land. Naar welke twee kenmerken moet je dan ook nog kijken? A: de koopkracht, B: het aantal huizen, C: het aantal inwoners, D: het minimumloon.
Slide 7 - Question ouverte
7a. Wat is zuigelingensterfte?
7b. Kies het goede woord. In landen met een hoog bnp is de zuigelingensterfte hoog / laag.
7c. Wat is analfabetisme?
7d. Kies het goede woord. In landen met een hoog bnp is het analfabetisme hoog / laag.
7b. Kies het goede woord. In landen met een hoog bnp is de zuigelingensterfte hoog / laag.
7c. Wat is analfabetisme?
7d. Kies het goede woord. In landen met een hoog bnp is het analfabetisme hoog / laag.
Slide 8 - Question ouverte
Bekijk de grafiek hiernaast. Wat is waar?
A
In 1995 waren er 500.000 toeristen in Gambia.
B
In 2014 waren er 3,5x zoveel toeristen als in 1995.
C
Het aantal toeristen groeit ieder jaar.
D
In 2013 waren er 150.000 toeristen.
Slide 9 - Quiz
Schuif naar de juiste plek.
Formele sector
Informele sector
Autowasser
Minister
Automonteur
Oppassen
Rommelmarkt verkopen
Onderwijzer
