This lazy cat's name was Tombili. Everyday, Tombili lazily sat on this curb. The people loved this chubby cat and his relaxed attitude. They quickly took photos of him. When he sadly passed away, people put a beautiful statue of him at this urban location.
Slide 5 - Diapositive
Adjectives = bijv naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord gebruik je om iets of iemand
te omschrijven. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
That is an amazinggirl.
We all love that funnymovie.
I think he is a terribleteacher.
Slide 6 - Diapositive
Adverb = bijwoord
Een bijwoord gebruik je om aan te geven HOE iemand iets doet. Een bijwoord omschrijft vaak een werkwoord, maar ook een anderbijwoord, eenbijvoeglijk naamwoordof dehele zin.
Mary singswonderfully.
My grandparents talkincrediblyloudly.
I am eating an amazinglydelicious steak right now.
Hopefully, she will call me back later.
Slide 7 - Diapositive
Hoe maak je een bijwoord?
Bijvoeglijk naamwoord + LY
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Uitzonderingen (zie p. 138/139)
good - well
quite - quite
fast - fast
hard - hard
long - long
Slide 10 - Diapositive
Denk om spelling:
easy - easily
funny -funnily
probable - probably
realistic - realistically
fantastic -fantastically
Slide 11 - Diapositive
DUS...
Ron is a carefuldriver (zegt iets over zelfst. naamw. dus geen -ly)
Ron drivescarefully (zegt iets over hoe hij iets doet, dus + ly)
Slide 12 - Diapositive
Practice
1. She sings ............................ (beautiful)
2. I am ............................ (awful) sorry.
3. I think Avatar is a .......................... (wonderful) movie.
4. The boy ran .......................... (incredible) fast.